Randvoorwaarden
M. van Amelsvoort - Veldhoven
In ‘Onze Taal’ van december 1983 kritiseert de heer Van Raalte uit Rotterdam het gebruik van de woorden randvoorwaarden en voorwaardenscheppend beleid in een ministeriële nota. Kritiek op dit woordgebruik acht ik mèt de heer Van Raalte mogelijk, maar niet in de zin die hij bedoelt.
Het woord ‘randvoorwaarden’ is al vrij lang in gebruik, in elk geval enkele tientallen jaren. Het zijn voorwaarden waarvan je zou kunnen zeggen dat ze het speelveld bepalen, het zijn de palen die er omheen staan. Ik ontleen een voorbeeld aan het bankbedrijf. Een bank kan bij voorbeeld allerlei soorten hypothecaire leningen bedenken, zij kan allerlei voorwaarden in het contract opnemen, maar zij blijft altijd gebonden aan de juridische randvoorwaarden die zijn gelegen in de desbetreffende bepalingen in het Burgerlijk Wetboek.
Deze bepalingen vormen natuurlijk ook de bestaansvoorwaarde voor elke hypothecaire lening die in Nederland wordt afgesloten. Maar zij zijn ook nog voorwaarden in een andere betekenis doordat zij de mogelijkheden tot variatie beperken. Sommige denkbare vormen zijn in ons land niet mogelijk en in andere landen wel, sommige andere bij ons wel en elders niet. Met andere woorden in elk land zijn de juridische randvoorwaarden anders.
Nu naar de ministeriële nota. Bij het beleid van een minister gelden ook juridische randvoorwaarden, in beginsel gevormd door alle bepalingen van wetgeving en uitvoering die niet ten behoeve van dat beleid gewijzigd worden. Ook geldt altijd een budgettaire randvoorwaarde, omdat vooraf is bepaald wat het mag kosten. Voorwaarden zonder meer zou ik dit niet noemen, zoals de heer Van Raalte wil, dan denkt men eerder aan bestaansvoorwaarden. Hier zijn echter beperkende bepalingen bedoeld. Dus toch maar liever ‘randvoorwaarde’, omdat dit meer specifiek is en daardoor de bedoeling beter duidelijk maakt.
Ik zou van een randvoorwaarde willen spreken als een activiteit wordt beperkt of begrensd door factoren die zijn gelegen op een ander terrein dan dat waarop die activiteit zich afspeelt. Een woord als ‘begrenzing’ zou deze functie ook kunnen vervullen; in zoverre lijkt ‘randvoorwaarde’ mij overbodig. Waar het dan vandaan gekomen kan zijn? Het zou mij niet verwonderen als er in het Angelsaksisch een term als marginal conditions zou bestaan.
De uitdrukking ‘voorwaardenscheppend beleid’ is zo duidelijk als wat: zij duidt op een beleid waarmee de overheid niet rechtstreeks dingen tot stand wil brengen (bij voorbeeld een fabriek bouwen) maar voorwaarden wil scheppen die anderen in staat stellen die dingen tot stand te brengen (door bij voorbeeld een subsidie of een belastingaftrek in het vooruitzicht te stellen). De term bevat dus niet de suggestie van een beleid ‘dat heel wat is’, om de heer Van Raalte te citeren, maar integendeel van een bescheiden overheid die slechts beoogt de omstandigheden günstig te maken. Hier is ‘voorwaarden’ naar ik vermoed, de vertaling van conditions dat hier echter niet voorwaarden maar omstandigheden betekent.