Carnaval of vastenavond
Wanneer ik dit schrijf, is de vasten nog niet begonnen. Het is één week voor aswoensdag. Schrikkeldag! 29 februari. Carnaval is laat dit jaar. Het woord carnaval bestaat nog niet zo lang in onze taal. Vroeger heeft men wel gedacht dat het onstaan zou zijn uit carrus navalis ‘scheepskar’. Men bracht de naam in verband met het narrenschip of de blauwe schuit, een op wielen voortgetrokken schip vol verklede lieden. Maar deze verklaring gaat niet op want de a uit de tweede lettergreep van carnaval is niet oorspronkelijk. Het woord is een vervorming van het Italiaanse carnevale. Dat dit ontstaan zou zijn uit carne vale ‘vlees vaarwel’ is niet aannemelijk. De vorm carnevale werd immers voorafgegaan door het Middellatijnse carne levare ‘opheffen/wegname van het vlees’. De zondag voor de vasten heette in het Ambrosiaanse Rituaal ‘Dominica carnelevalis’.
De oudere benaming voor carnaval is vastenavond. Vastenavond is de avond vóór de vasten, evenals kerstavond de avond voor kerstmis is en sinterklaasavond de avond voor de feestdag van St. Nicolaas. Vastenavond is niet tot één avond beperkt maar duidt de hele carnavalsperiode aan. Een oud vruchtbaarheidsfeest. In het Middelnederlands - en in sommige delen van ons taalgebied ook nu nog - heette vastenavond vastelavond. Er zijn mensen die denken dat in vaste/avond vasten en vazel versmolten zijn. Vazel heeft met vruchtbaarheid te maken. De Middelnederlandse vaselos was een dekstier en een vazelvarken is een fokvarken. Vazelen betekent ‘geslachtsgemeenschap hebben’.
Sommige aanhangers van de hypothese dat vasten en vazel samen vastel hebben opgeleverd, beroepen zich ook nog op de betekenis ‘onzin praten’ van het Duitse faseln. Dit is echter een werkwoord van volkomen andere oorsprong en komt pas sinds het eind van de 17de eeuw in deze vorm voor. Tevoren bestond het alleen als fasen. Ook het ermee verwante vazelen ‘fluisteren’ uit sommige Nederlandse dialecten is nog niet zo oud. Invloed op het ontstaan van de naam vastelavond is dus uitgesloten.
Wat de versmelting van het eerder genoemde vazel en vasten betreft, ik geloof er niet zo in, al zou de Keulse benaming Faselabend wel in die richting kunnen wijzen. Volgens de ‘gewone’ verklaring in de etymologische woordenboeken is de l in vastelavond te vergelijken met de l in schrikkeldag en schrikkeljaar. Ik denk dat die verklaring juist is.