Taal, dromen en het onbewuste
F. Heynick - TH, Eindhoven
De 33-jarige Anneke Strijdom is huisvrouw en ook studente. Het is half zes in de nacht. De telefoon gaat.
- | (Gapend) Ja, hallo. Met Anneke. |
- | Goede morgen, met Frank Heynick van Project SL '80. U weet de vraag: Was u aan het dromen of dacht u ergens aan vlak voordat ik belde? |
- | Ja. |
- | En heeft u iets gehoord en gezegd in uw droom of gedachten vlak voordat ik belde? |
- | Ja, ik zei: ‘Ik zal er straks wel een stukje van afsnijden’. |
- | En werd er nog voor die tijd iets gezegd? |
- | Nou, waarschijnlijk wel. Maar ik weet het niet op dit moment. |
- | O.k. Deze laatste uiting: wie zei het tegen wie? |
- | Ik zei het tegen mijn vader. |
- | Goed. De cassetterecorder blijft draaien. U weet de volgende stap. Wilt u dan, voor zover het mogelijk is, helemaal teruggaan naar het begin van uw droom en het verhaal van begin tot eind in alle details vertellen? |
- | Ja nou, ik was in een ruimte. 't Leek op 'n bowlingbaan, met bruin-oranje wanden en vloeren. Kon je op 'n motor gaan zitten, die werd dan voortgetrokken door 'n touw door 'n man die in een hokje zat. Moest je betalen; het was een soort kermisattractie. Ik vond er niks aan. Toen werd omgeroepen door 'n luidspreker, 't was een mannenstem, ‘Wie op de meest gewaagde manier op de motor gaat rijden en de motor zo origineel mogelijk versiert, zal winnen.’ Was er een jong meisje, die begon al, dat wilde ook deelnemen. Had een vuurrode helm op. Die anderen, die wilden deelnemen, waren ook heel opzichtig gekleed, met leren jackjes en vossenstaarten en kettingen en dergelijke.
En eigenlijk wilden ze allemaal de motor hetzelfde versieren. Stoere dingen. En toen zei ik: ‘Ik zal ze eens wat laten zien.’ Ik wilde dus ook meedoen. Ik wilde de motor met heel veel bloemen versieren...
Toen stond ik opeens opzij van het wedstrijdterrein en deed gele narcissen in een vaasje. Het vaasje stond op een radio, en uit de radio klonk muziek. Er was een koor, en dat zong ‘Violence will die someday’, en steeds die ene regel. En ik zong dus mee terwijl ik met mijn vuist sloeg op de radio waardoor 't vaasje met bloemen omviel. En ik wist dat mijn vader naar mij luisterde, en dat hij daardoor wist dat ik door 't zingen van dat refrein bij een bepaalde groep hoorde. En toen wilde ik de bloemen weer in 't vaasje doen.
De stengels waren heel slap geworden en de uiteinden helemaal geel. En die wilde ik ervan afsnijden, maar toen dacht ik: ‘Ik moet nou aan de wedstrijd meedoen.’ En toen zei ik: ‘Ik zal er straks wel een stukje van afsnijden.’ En toen belde u. |
De meeste dromen zijn geen ‘stomme films’. Ze bevatten stukken dialoog en monoloog zoals de gecursiveerde delen in het verslag van Anneke. Herhaal de procedure enkele honderden keren met gebruikmaking van zo'n dertig verschillende proefpersonen die je tijdens verschillende nachten en op verschillende tijdstippen wakker maakt, en je verzamelt zo een paar honderd van dergelijke uitspraken. Voer een tweede experiment uit met nog eens zo'n tachtig proefpersonen die hun gedroomde conversaties moeten opschrijven (anders dan ze te vertellen over de telefoon), en je hebt opnieuw enkele honderden voorbeelden. Hierna is het misschien mogelijk enkele zinnige beweringen te doen over het functioneren van ons spraakvermogen tijdens het dromen. (Zie verder het proefschrift Theoretical and empirical investigation into verbal aspects of the Freudian model of dream generation. 7 december 1983, Rijksuniversiteit Groningen)
De droom van Anneke is een feitelijk voorbeeld van de beschreven procedure. Hij is gekozen uit de vele droomverslagen omdat dit voorbeeld het best talrijke eigenaardigheden van spraak in dromen illustreert.