Onze Taal. Jaargang 53
(1984)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |||||
[Nummer 3] | |||||
[pagina 46]
| |||||
Tenminste, ten minste
|
a | ìk heb er tenminste moéite mee... en ànderen wellicht eveneens; |
b | ik heb er ten mínste moeite mee... om niet te zeggen: ik vind het ònjuist. |
Hieruit blijkt dat het zinsverband bij de beoordeling niet gemist kan worden want intonatie, maar vooral klemtoon zijn in dit geval doorslaggevend. Ligt de klemtoon op de lettergreep ‘min’, of wordt het woord ‘tenminste’ vrijwel toonloos uitgesproken? Een lezer kan dat niet horen en dus kan hij geen fout aanwijzen. Zou in de voorbeeldzin de klemtoon liggen op ‘die’ en ‘duizend’, dan zou men daarop kunnen laten volgen: ‘En dat bedrag heb ik er wel voor over’.
Moge deze opmerking de heer Rutten er niet van weerhouden zijn leerzame taalproeven voort te zetten.