Onze Taal. Jaargang 53
(1984)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 44]
| |
PCUdB■ Soms, bij het overlezen van een tekst, vermoeden we dat ergens een woord verkeerd geschreven of gebruikt is, zonder dat we direct de misser kunnen localiseren. ■ Zo gleed onlangs mijn oog over het woord ontmythologiseerder, en dan niet in de betekenis van ‘iemand die ontmythologiseert’ maar als vergrotende trap van het deelwoord van het werkwoord ontmythologiseren. ■ De vraag is: wat is hier verkeerd aan, behalve dat het deelwoord vreemd klinkt, en de comparatief daarvan nog vreemder? ■ De eerste opwelling is: we missen het tussenwerpsel -ge-, of voorwerpsel ge- dat karakteristiek is voor deelwoorden. ■ Maar dat klopt niet. We zeggen ook ontberen, ontbeerd. Daar kan het dus niet aan liggen. Steeds ontbeerdere voedselvoorraden zal ik weliswaar niet gauw in de mond nemen, maar daar kan snel verandering in komen als de economie niet spoedig ten gunste keert. ■ En dan gaat ons ineens een licht op. Wanneer het werkwoord van het Latijn of Frans is afgeleid en op -eren eindigt, dan vormen we de tegengestelde werking van het werkwoord niet met ont- maar met de-. ■ Kijk maar. Als we een nationaal bestel op poten willen zetten, dan gaan we dat regelen. Willen we dit bestel in de soep laten lopen, dan zullen we het ontregelen. Loopt het met de ontregeling de spuigaten uit, dan zullen we de zaak weer reguleren. Na gedane arbeid is het vervolgens goed dereguleren. ■ Een subtiel verschil dus: ontregelen is ontwrichten; dereguleren, veel netter, is verlichten. ■ Om op dat ontmythologiseren terug te komen: dit woord bestaat dus niet en hoort demythologiseren te luiden. Ook dit werkwoord is niet erg mooi: we spreken liever over demystificeren. Zo krijgen we steeds gedemystificeerdere vormen van taalgebruik. ■ Toevallig hebben we voor demystificeren weer een aardig modewoord: doorprikken. ■ Steeds doorgeprikter slaan we ons een weg door het oerwoud van onze taalbouwselen. ■ En thans weer een soortement van taalrebus. Wat staat hier: ‘Moan, Emma, tease, go goin’ to loose law track’, says Ann? ■ Voor doorprikken hebben we weer een mooi traditioneel woord: ontmaskeren. En weer ontmaskerder vervolgen wij onze weg. ■ Waar wij vooral behoefte aan hebben: een laagdrempelig adviesbureau voor taalzaken opdat ook de achterban kan profiteren van de voortschrijdende ontmaskerade. ■ Pardon, ik wist niet dat u het woord laagdrempelig wellicht niet kende. Staat ook niet in het woordenboek, maar dat zegt niet alles natuurlijk. ■ Een instituut is laagdrempelig (eigenlijk low threshold, en als het enigszins kan nog low budget ook) als de binnenkomende cliëntèle niet struikelt over de moeilijke woorden die de runners van het instituut haar toevoegen. ■ In Sneek een winkel aangetroffen waar ze in de etalage het woord keek met een dakje schreven. Dus: geschreven câke. ■ Eigenlijk staat die winkel in Franeker, maar Snâke rijmt zo leuk op câke. ■ Moeten wij ook hier gaan ontmaskeren, doorprikken, demystificeren, ontmythologiseren, op het gevaar af op lange tânen te gaan staat of tâgen Friese schânen te schoppen? ■ Ik ben geneigd hierop te antwoorden met een ondubbelzinnig nâ. |
|