[Vervolg Van woord tot woord]
Kon een bepaalde ontwikkeling van ‘Egyptisch’ dus de benaming worden voor een bepaald deel van de Egyptenaren, een andere ontwikkeling van dit woord werd in sommige talen de benaming voor een heel ander volk: de gypsies, de zigeuners. Een zwervend volk krijgt zwervende namen. De zigeuners noemen zichzelf Romani. Rom (meervoud Roma) betekent ‘mens’. Van Romani is in het Parijse argot romanichel ‘zigeunervolk’ afgeleid. Het zigerunerwoord tchel heeft de betekenis ‘volk’.
In het begin van de 15de eeuw kwamen de zigeuners in West-Europa. Een dominicaner monnik Hermann Korner vertelt in zijn Lübeckse kroniek dat in 1417 een groep van ongeveer 300 personen van beide geslachten zijn kamp opsloeg buiten de poorten van Hamburg. Hij noemt hen Secani, een vorm die verband houdt met het Russische tsygan, het oudere Franse tsigane, het Griekse atsinkanos en het Italiaanse zingaro. Het Zweedse zigenare is ontleend aan het Duitse Zigeuner. De Turken zeggen tcinghiané en de Perzen zenghi. Dit laatste woord wordt ook in het algemeen gebruikt voor mensen met een donkere huid.
De zigeuners stammen uit het noordwesten van India, maar toen ze in de 14de eeuw wat verder begonnen door te dringen in Europa, verklaarden ze dat ze uit Egypte of Klein-Egypte kwamen. Vandaar de Griekse benaming gyftos, het Engelse gypsy (ontstaan uit egyptian), het Spaanse gitano (uit egyptano) en het Franse gitan.
Ook andere landen van oorsprong werden aangenomen. In het Zweeds worden zigeuners wel tattare ‘tataren’ genoemd en bij ons Bohemers. Bohème is met zijn variant bohémien vanouds het Franse woord voor zigeuner. De eerste zigeuners die Frankrijk aandeden, beweerden dat zij uit Bohemen kwamen. Deze Bohemers zijn wel wat anders dan de Boheemse Broeders!
Toen men in de 19e eeuw het zigeunerleven begon te romantiseren, ontstond de huidige betekenis van bohémien.