Toevalstreffers
C.A. Zaalberg
In ‘Onze Taal’ van oktober pronkten misvormde woorden zoals metereologie en episch centrum. Het zijn de straffen voor een taalgemeenschap die niet aan weerkunde en dergelijke begrijpelijkheden wil en aldus tot fouten als life uitzending (voor directe uitzending) komt. Zelfs de commissie die dertig jaar geleden onze officiële Woordenlijst heeft samengesteld, was met aanstelleritis behept: een sjieke hoed moeten we een chique hoed noemen, terwijl het Franse woord chic helemaal geen verbogen vorm chique heeft (‘une chique’ is een tabakspruim).
Een Zwitsers gezegde luidt: ‘Fremdwörter sind Glückssache’. Basterdwoorden zijn toevalstreffers. Je boft als je ze in de goeie vorm en de goeie betekenis gebruikt. Metereologie en episch centrum zijn verschillende gevallen. Metereologie bestaat niet, net zo min als dilemma dat je in de jaren twintig dikwijls las, of dissenterie en bastillon die ik onlangs mocht optekenen. Maar een episch centrum zou best een term uit de literatuurwetenschap kunnen zijn. Die vreemdelingen zijn bedrieglijk! Simuleren is iets heel anders dan stimuleren, confessioneel is niet hetzelfde als conventioneel, luxurieus moet je maar liever niet zeggen als je luxueus bedoelt. In 1914 - ik zie de bladzij nog voor me klaagde iemand over de tragische gang van zaken bij het een of het ander, en hij bedoelde trage. Hoe moest hij weten dat hij het niet goed wist? Zo'n basterdwoord is toch veel mooier, natuurlijk gaf hij het de voorkeur. Natuurlijk, maar niet verstandig. Och waren alle mensen wijs, en deden daarbij wel, verzuchtte Dirk Raphaelszoon Camphuysen.
Experimenteer niet met taal tenzij je een dichter bent. Gebruik geen woorden waarvan je niet de vorm en de betekenis kent.