[Vervolg Superregionaal Nederlands]
nog 6 miljoen (Vlamingen) deel uitmaken van een tweetalig land waar vooral de taalgrensregio's permanent worden geconfronteerd met het agressieve Frans. Welk superregionaal Zuidnederlands wil Fr. Daems daar aanbevelen of zelf spreken? P.C. Paardekooper heeft meermaals onderstreept dat Komen, Moeskroen, Brussel, enz. minder verfranst waren geweest wanneer de Vlamingen daar steeds abn hadden gesproken. En ook hier heeft hij gelijk! Dat wij in taalkundige aangelegenheden voortdurend konden en kunnen ‘terugvallen’ op onze grote broer Nederland waar al eeuwen lang van hoog tot laag Nederlands (en alleen Nederlands) wordt gesproken, is voor ons in het zuiden een zegen. In een geheel van 20 miljoen Nederlandstaligen laten we de Vlaamse taalvarianten - in het gunstigste geval door 6 miljoen mensen gebruikt maar het best voor wat ze waard zijn...
6 Vlaamse zangers, acteurs en anderen kunnen inderdaad Kunst brengen in het dialect (ook dat schijnt weer vooral Antwerps te zijn...). Wèl is het opvallend dat er plots heel wat minder talent voor de dag komt als zij iets willen zeggen of zingen... in het Algemeen Nederlands. Misschien zouden zij dus eerst en vooral aandacht kunnen besteden aan de cultuurtaal en dàn aan het dialect, en niet omgekeerd.
7 Fr. Daems heeft het ten slotte nog over de grote communicatievaardigheden van de Vlaming: hij weet steeds de taalvariëteit te kiezen die in de gegeven situatie het best past... De Vlaming als een echte taalvirtuoos dus? Hier spreekt hij zijn dialect, daar Algemeen Vlaams (het superregionaal Zuidnederlands) en soms wellicht ook eens Algemeen Nederlands... Het wordt vrij ingewikkeld: ‘wie spreekt wat waar’? Niemand zal ontkennen dat er verschillende taalregisters bestaan: een arbeider praat anders dan een academicus, een boer anders dan een burger. Maar dat bedoelt Fr. Daems wellicht niet! Zouden wij hier in Vlaanderen niet beter een lans breken voor het gebruik van het abn in àlle omstandigheden en zouden wij de mensen die zich daarvoor dagelijks inspannen, geen hart onder de riem steken in plaats van ze te ontmoedigen met de zogenaamde ‘sociolinguïstische realiteit’?