Reactie
Frans-Nederlands
R. Minczeles - octrooigemachtigde, Veldhoven
In deze tijd van culturele minderheden zal, naar ik hoop, niemand verbaasd kijken als hij of zij leest dat ik een Franstalige Nederlander ben. Vroeger placht ik te zeggen dat ik een Nederlander van Franse afkomst was. Hoe dan ook, ik kan u verzekeren dat het gebruik van de Franse taal door vele Nederlandstaligen voor mij zeer vaak een bron is van vermaak of van ergernis. Neem bij voorbeeld de ondertitels op de televisie of de spijskaarten van eethuizen.
Dit geldt helaas ook voor ‘Onze Taal’, toch een serieus blad dat zich bovendien ten doel stelt ‘het verantwoorde gebruik van de Nederlandse taal te bevorderen’. Ik moge bij voorbeeld de late gelegenheid te baat nemen om de heer H. (‘Onze Taal’, juni 1982) teleur te stellen: het woord ‘membre’ is mannelijk, zelfs in de betekenis van mannelijk lid.
In ‘Onze Taal’ van mei 1983 beschrijft de heer Brockway op serieuze en toch geestige wijze hoe hij als Engelstalige het Nederlands ziet. Hoe ik als Franstalige het Nederlands zie? Ik zal kort zijn: zoals hij. Wel kan ik een vijfde moeilijkheid toevoegen aan de vier die hij aangeeft. Die vijfde noemt hij niet, waarschijnlijk omdat zijn eigen taal wat dit betreft, nog moeilijker is: ik bedoel de plaats van de klemtoon. Behept met een moedertaal die geen of nagenoeg geen klemtoon kent, vind ik het gebruik van de klemtoon in het Nederlands en de verplaatsingen ervan héél moeilijk: bij voorbeeld gével en gevàl, regéring en régeling, òpvallen en opvàllend, ònderwijs en onderwíjzer...
Ondanks mijn dagelijkse omgang met het Nederlands zou ik me niet wagen aan een artikel over de vraag hoe de Nederlandstaligen de Franse taal zien. De heer Surewaard heeft in ‘Onze Taal’ van juli/augustus de omgekeerde weg durven bewandelen. Dat dit niet mogelijk was, zodat hij in feite beschrijft hoe hij de Franse taal ziet, blijkt uit het feit dat hij ons een opsomming geeft van, overigens boeiende, vertaalproblemen. Dat hij de Franse vertaling van bij voorbeeld ‘een vuilnisbak omverfietsen’ of ‘nog iets te vragen?’ moeilijk vindt, kan men zich voorstellen, maar dit heeft met het opgegeven onderwerp weinig te maken. Bovendien heb ik er als Franstalige geen moeite mee. Waar ik het helemaal niet mee eens ben, dat zijn de opmerkingen van de heer S. die feitelijk betrekking hebben op de logica van beide talen. Dat voor een Franstalige ‘gestelde’ in ‘gestelde voorwaarden’ ongerijmd zou zijn en dat ‘vermoeiende’ in ‘de