Variëteit en variété
De krant kun je niet missen, geen dag. Al was het alleen maar om niet de gelegenheid te verliezen een welwillende studie van het taalgebruik van de beroepsschrijvers te maken. Want dat is leerzaam en er valt heel wat over te zeggen. En de invloed van deze courantiers op het taalgebruik van het niet journalistieke deel van de bevolking is niet gering. Zij zelf hebben bepaalde woorden en uitdrukkingen gemeen met parlementariërs, bewindslieden en leiders van vakbonden en acties. Het is niet altijd ge makkelijk na te gaan of ze voorgaan of volgen, maar meestal zal het laatste het geval zijn. Met heikele vraagstukken zijn ze al begonnen en de voorliggende stukken zullen wel volgen. Zeker is dat ze van enige woorden en zegswijzen een eigen opvatting hebben waarmee men het niet hoeft eens te zijn.
Wat is bij voorbeeld een steenworp? De afstand die je met het werpen van een steen kunt overbruggen, zou je zeggen. Maar in de krant kan dat wel een kilometer of meer zijn. In een artikel over de komende Olympische winterspelen in Serajevo lezen we: ‘De voornaamste sportaccommodaties liggen op een steenworp afstand van het Olympische dorp.’ Voor zo'n steenworp moet je wel een Brünhilde of een Siegfried zijn. In ditzelfde artikel worden de Joegoslavische organisatoren aan het woord gelaten, die het gehele complex voor minder dan een half miljard gulden hebben aangelegd. ‘Welk land deed ons dat vroeger na?’ laat het blad ze zeggen. Dat vind ik een wat ingewikkelde en onlogische methode om tot uiting te brengen: ‘Welk land deed dat ons voor?’ of: ‘Welk land heeft dat vóór ons gedaan?’ En ook nog dit: ‘Het verkeerde voorbeeld lag voor het oprapen.’ Dit is iets minder onlogisch, ofschoon je daarvoor wel op de goede plaats moet kijken. Iets dat in menigte verspreid en dus overal te vinden is, ligt echt voor het oprapen, hier dus: de verkeerde voorbeelden. Dat er dan ook nog ‘het zei zo’, ‘categoriën’ en ‘schaats(t)er’ staat, zal wel aan ongelukjes te wijten zijn.
Wel krijgen onze journalisten het in toenemende mate moeilijk met de werkwoorden. Hoe vervoeg je die? Welke zijn overgankelijk en welke niet? Welke zijn scheidbaar en welke onscheidbaar? Ze zijn er niet altijd zeker van, en andere aspecten bezorgen ze ook hoofdbrekens.
Een kleine bloemlezing: ‘McEnroe scheldde tegen de toeschouwers dat ze hun kop moesten houden.’ ‘Als de kwade sappen maar eerst zijn uitgezweten.’ ‘De hoofdredacteur had iedereen de kans gegeven zijn specialisme te botvieren.’ ‘Na zijn krachttoer werd voor Europees kampioen Rudy Koopmans de champagne aangerukt.’ ‘Twee Nederlanders zijn in Italië vedronken in meer dan vier meter water, dat door een camping stuwde tijdens zwaar weer.’ ‘Het ontbeerde Juventus wel aan geloof in de victorie.’ ‘Johan Cruyff werd door landskampioen Ajax geloodst alsof het een oude stofdoek betrof.’
Mijn opvattingen verschillen weer in een ander opzicht van die van de verslaggever die (dat was alweer in mei!) over de Engelse Cup Final schreef dat die ‘zijn hoogtepunt kreeg 20 minuten voor het begin van de wedstrijd. Zo'n 100.000 toeschouwers zongen toen uit volle borst het traditionele hymne van de Cup Final, Abide with me. Een prachtig moment voor iedereen met een beetje gevoel voor stijl en traditie.’
Over traditie wil ik het hier niet hebben, maar men kan blijkbaar zeer uiteenlopende opvattingen over gevoel voor stijl hebben. ‘Abide with me’ is namelijk een geestelijk lied (in de Nederlandse vertaling heet het ‘Blijf bij mij, Heer’) en er is moed voor nodig om hem, die het massaal zingen van ‘dat’ religieuze hymne voor de aanvang van een voetbalwedstrijd geen prachtig moment vindt, zelfs het kleinste beetje stijlgevoel te ontzeggen. Kennelijk valt ook over stijlen niet te twisten.
En dat neemt allemaal niet weg dat er ook heel wat journalisten zijn die eenvoudig, duidelijk, kernachtig en in verzorgde taal meedelen wat ze te zeggen hebben. Met andere woorden, die hun vak uitoefenen volgens de regels van de kunst, die niet vergeten zijn dat goed Nederlands ook een zijde van hun beroep is.
M.C. Godschalk