Voorwaarden
Je komt het woord regelmatig tegen in nota's van ministers, wethouders, adviesorganen: randvoorwaarden. Als voorbeeld een zin uit de Decentralisatienota van minister Rietkerk: ‘De voorbereiding van de wettelijke uitwerking van deze voornemens onder juridische, personele en budgettaire randvoorwaarden geschiedt onder verantwoordelijkheid van de betrokken bewindspersonen.’
Wat dat nou wel precies zijn, randvoorwaarden, mag Joost weten. Van dat ‘rand’ gaat de suggestie uit van franje, van niet zo erg ter zake doende. Maar voorwaarden die zowel een juridische, een personele als een budgettaire achtergrond kunnen hebben, nee, dat kan toch geen franje zijn. Laten we dus maar aannemen dat gewoon voorwaarden worden bedoeld. In dezelfde soort nota's komen we behalve ‘randvoorwaarden’ ook heel vaak een voorwaardenscheppend beleid tegen. Wat is dàt nou weer, een voorwaardenscheppend beleid? We voelen opnieuw een neiging opkomen naar die denkbeeldige Joost te gaan. Anders dan van ‘randvoorwaarden’ gaat van ‘voorwaardenscheppend beleid’ de suggestie uit dat het heel wat is: niet zo maar een beleid, nee, een voorwaardenscheppend beleid.
Voor een goede communicatie is een duidelijk en helder taalgebruik nodig. Dit is niet een randvoorwaarde en het is ook niet voorwaardenscheppend, maar dat is gewoon een voorwaarde.
J.J. van Raalte
Rotterdam