Overtuigend spreken Karl
Blum: Rhetorik für Führungskräfte. Landsberg am Lech 1981, is in 1982 uitgegeven in Nederland onder de titel: Praktijkboek overtuigend spreken. Technieken, concepten, modellen. De Duitse titel toont duidelijker dan de Nederlandse de pretenties van het boek: een retorische handleiding voor leidinggevende functionarissen. De Nederlandse titel geeft echter duidelijk te kennen dat het boek thuis hoort bij de zogenaamde persuasieve stroming in de retorica (dit wil zeggen een stroming waarin het overtuigen centraal staat). En zoals wel vaker bij deze stroming, wordt de beoefenaar macht, eer en aanzien beloofd als hij deze vorm van retorica beheerst. In het voorwoord staat: ‘Het is... een poging u een aantal ideeën aan de hand te doen met behulp waarvan u met meer zelfvertrouwen en succes het woord zult kunnen voeren. Dat dit ook de omgang met uw medemensen in het algemcen ten goede komt, spreekt vanzelf.’ Op p. 9 zegt Blum: ‘Een goede overtuigingsrede... is het meest doelmatige middel om leiding te geven aan een groep mensen.’ En op p. 93: ‘Een goede beheersing van de taal verzekert de enkeling een stuk heerschappij over dingen en mensen.’ Het oude misverstand dus dat taal macht zou hebben. Terwijl inmiddels wel duidelijk is dat macht vóór de taal uitgaat.
Een andere hardnekkige dooddoener is, ook op p. 93: ‘Wat een mens is en hoe hij wordt beoordeeld is voor een groot deel afhankelijk van zijn taalgebruik.’ Wie beoordeelt wie? Welk deel? En hoe is dat verband tussen persoonlijkheid en taalgebruik?
Dit is de achtergrond waartegen dit boek is geschreven. Verder is het geheel opgebouwd als een traditionele retorica. Deel A gaat over de voorbereiding van een spreekbeurt. Hierin komen allerlei aspecten van de inventio (de ‘vinding’) aan de orde: voorbereidend denkwerk, organisatorische voorbereiding, bijeenbrengen van het materiaal, concept, vormgeving. In deel B worden een aantal modellen voor toespraken gegeven. De gebruiker vindt daar schema's voor zakelijke redevoeringen, overtuigingsredevoeringen, gelegenheidstoespraken (waaronder: onderscheiding uitreiken, zakendiner, bedrijfsexcursie, huiseiijk feestje), gemengde redevoeringen en formules voor korte toespraken.
Deel C heet ‘Retorica’, en hieronder verstaat de auteur blijkbaar slechts problemen van formulering en stijl (de klassieke elocutio), presentatie (de klassieke pronuntiatio en actio) en argumentatie. Geen woord over de functie van ideologie bij voordrachten. Ach ja.