Behoeven en hoeven
Het behoeft wel geen nader betoog om te bewijzen dat ik van taalkwesties niet wakker hoef te liggen. Desondanks laat mij de vraag naar het juiste gebruik der beide simpele woordjes niet met rust.
Van Dale 1976 zegt over ‘behoeven’;
1. (in de spreektaal meestal hoeven), I. overgank., 1. nodig hebben: hulp, onderstand behoeven. 2. onovergank., nodig zijn: het behoeft niet; behoef ik u te zeggen, dat... - soms zoveel als: moeten: u behoeft dat niet over te vertellen.
Bij ‘hoeven’ staat:
(hoefde, heeft gehoefd. In de spreekt, ook gehoeven), I. overg., 1. (veroud.) nodig hebben; - 2. moeten, behoren te doen, behoeven: gevallen hout halen we weg, maar anders hoeven we hier niets te doen (v. Schendel); hoef ik u te zeggen? enz.; ik hoef er niets van te hebben; dat hoef je niet verder te vertellen; - II. onoverg., nodig zijn (voor iemand): blijf maar, het hoeft niet meer; het hoeft zo mooi niet, als het maar zit; het had niet gehoeven, dat had je niet hoeven te doen - (spreekt.): van of voor mij hoeft het niet; ik heb er geen behoefte aan, ik stel er geen prijs op; - dat hoeft toch niet, dat is niet nodig, niet gewenst, dat kan beter niet of niet zo gebeuren; dat had niet gehoeven.
In al deze voorbeelden, evenals in de door mij niet aangehaalde, wordt ‘hoeven’ in ontkennende zin gebruikt. Toegegeven zij dat ‘behoeven’ iets welluidender, deftiger en - als men wil - beschaafder in de oren klinkt dan ‘hoeven’, maar wij mogen toch niet uit het oog verliezen dat beide woorden van elkaar verschillen met betrekking tot de begripsinhoud. Aan de ene kant is het immers het begrip van nodig hebben, aan de andere kant van nodig zijn.
Hoe belangrijk het is om eens klaarheid te brengen, blijkt uit het februari-/maartnummer van ‘Onze Taal’ 1983. Daarin vinden wij op p. 20, tweede kolom: ‘Op een kort traject behoeft soms maar één trein... heen en weer te rijden.’
Op p. 21, eerste kolom lezen we: ‘Als ook zij (de onderwijsgevenden) er de brui aan geven, behoeft niemand zich over de verloedering van de taal te verwonderen. Kolom drie bovenaan: ‘Ze (de sollicitatiebrieven) hoeven echter niet altijd met de hand geschreven te worden...’
Op p. 32, eerste kolom: ‘Wat wel en wat niet abn is of was, daarover hoeft