Van Woord tot Woord
Over appels en zo
De tijd van het zomerfruit is voorbij. Er zijn nauwelijks aardbeien meer, maar appels zijn volop te krijgen. Bijvoorbeeld de Schone van Boskoop, die in de volksmond goudrenet of goudreinette genoemd wordt. Renet is ontleend aan het Frans. Al in 16e-eeuwse dokumenten staat de pomme de renette vermeld. Later verschijnen de spellingen rainette en reinette. Een reinette moet een verkleiningsvorm bij reine (= koningin) zijn. Volgens mijn Franse etymologische woordenboek werd het woord reine en afleidingen ervan vaak gebruikt als naam van hooggeschatte vruchten en planten. Jan de Vries daarentegen zegt in zijn woordenboek, dat renet waarschijnlijk een afleiding is van de riviernaam Rijn. Pas later zou het woord door volksetymologie met reine in verband zijn gebracht.
In april schreef ik iets over een andere appel, een appel die juist in de eerste maanden van het jaar veel wordt verkocht. Afgaande op mijn taalkundige intuïtie noemde ik die appel lombard en meende ik dat het meervoud lombards luidde. Fout, naar later bleek. De volgende dag al zag ik bij de groenteboer de naam Lombarts (Calville) staan. Eerst hield ik nog rekening met een mogelijke spelfout. Ik vroeg aan een paar collega's, vrouwelijke linguïsten, hoe zij die appels zouden spellen. Beiden zouden het met een -d- doen. Maar ik bleef twijfelen en belde het Voorlichtingsbureau voor de Voeding. Daar kon men mij wel inlichtingen geven over de spelling (met een -t-), maar niet over de herkomst van het woord. Ik werd naar twee andere instanties verwezen, maar vóór ik die had geschreven hadden enkele lezers van Onze Taal mij al uit de nood geholpen.
De appel is vernoemd naar de Brabantse kweker Pierre Lombarts die deze soort in het begin van de eeuw heeft ontwikkeld. Mijn dank aan H.M. Heybroek uit Wageningen en Jacques Lombarts (een achterkleinzoon van bovengenoemde kweker) uit Oisterwijk.
O. Wiersma uit Bennekom vergelijkt in het juni-nummer (blz. 71) de schrijfwijze lombards voor Lombarts met Golden Liesje(s) voor Golden Delicious. Deze vergelijking lijkt me een beetje mank te gaan. Lombards had ik als meervoud opgevat waarvan ik de enkelvoudsvorm lombard afleidde. Iets dergelijks is in onze taal gebeurd met cyclaam. Oorspronkelijk was het enkelvoud cyclamen en het meervoud cyclamens. De -en van cyclamen werd echter als meervoudsuitgang gezien en zo kon zich een nieuw enkelvoud cyclaam ontwikkelen. In het Afrikaans heeft eenzelfde verandering zich voorgedaan bij vark uit varken. Mijn spelwijze lombards betekende dus niet zomaar het vervangen van een -t- door een -d-, maar had ook het creëren van een nieuwe woordvorm tot gevolg. Bij Golden Liesjes ligt de zaak heel anders. Mij was trouwens de benaming Gouden Liesjes beter bekend. Hier is geen sprake van een gewone verkeerde spelling, maar van een klassiek geval van volksetymologie: verandering van de woordvorm door associaties met klankverwante woorden, waarbij begripselementen geen rol spelen (categorie 1 voor degenen die mijn artikeltjes in dit blad over deze materie hebben gelezen).
Ik houd het deze keer bij fruit. Op blz. 79, in het juni-nummer, heb ik over aardbeien en andere beien geschreven. Ik citeer nog even een paar zinnen uit dat stukje: ‘Straw- (= stro) in straw-berry is wat minder eenvoudig te duiden. In een Engels etymologisch woordenboek staat dan ook: “The reason for the name is unknown”.’
Talloze reacties heb ik op deze passage gekregen. Nou ja, talloos: negen. Alle komen ze ongeveer op hetzelfde neer. Zowel in Engeland, Oostenrijk als in Nederland was/is het gebruikelijk dat er bij het telen van aardbeien stro tussen de rijen wordt aangebracht om rotting te voorkomen en aanraking van de vrucht met gronddeeltjes tegen te gaan. Zo kan de aardbei op een bed van stro rijpen. De schrijvers van de Oxford Dictionary of English Etymology en van de Concise Oxford Dictionary zijn/waren dus duidelijk niet zo goed op de hoogte met sommige gebruiken in de land- en tuinbouw. Maar ja, een woordenboekmaker kan ook niet alles weten.
Marlies Philippa