Taalgevoel?
Bestaat er zoiets als taalgevoel? ‘Geenszins’ zegt Carry van Bruggen in haar boek Hedendaags Fetisjisme (besproken in Onze Taal, januari 1981). Op pagina 174 van dit boek staat verder:
‘Hoe zou ooit het gevoel wegwijs kunnen worden in de chaos van de taal, in een complex, dat door onkunde en onbegrip van geslacht op geslacht is geworden tot wat het is?’
Er bestaat maatgevoel; er bestaat kleurgevoel. Je kunt spreken van wiskundig gevoel en desnoods van logisch gevoel, maar niet van taalgevoel. Carry van Bruggen maakt de volgende vergelijking:
‘Men voelt niet welk telefoonnummer iemand heeft, men moet het weten.
(...) Evenmin voelt men de gebruikswaarde der woorden, men moet ze kennen.’
Wanneer er verschillende woorden bestaan met ongeveer dezelfde betekenis, dan is er meestal verschil in gebruikswaarde. Een zeer bekend voorbeeld is: vader, papa, pappie, paps, m'n oude heer.
Hetzelfde geldt voor zinnen. Vergelijk bijvoorbeeld ‘De slager slacht de koe’ en ‘De koe wordt door de slager geslacht’. Maar het volgende voorbeeld is moeilijker.
Stel het volgende. Uw zoon Jan is ziek, en u besluit hem een dagje thuis te houden. In onze rijke taal hebt u dan minstens zeven manieren om dit te verwoorden:
Jan is ziek. Hij gaat niet naar school.
Jan is ziek. Daarom gaat hij niet naar school.
Jan is ziek. Hij gaat daarom niet naar school.
Omdat Jan ziek is, gaat hij niet naar school.
Jan gaat niet naar school. Hij is ziek.
Jan gaat niet naar school, want hij is ziek.
Jan gaat niet naar school, omdat hij ziek is.
Zou u met uw al dan niet taalgevoelige kennis over de gebruikswaarde der woorden een poging willen wagen de verschillen tussen deze zeven uitdrukkingswijzen onder woorden te brengen? Voor de meest verhelderende opstellen over deze zeven variaties ruimt de redactie graag een plaats in.
J.R.