Aan de oorde van de dag
Het valt mij op dat de laatste tijd veel sprekers de klanken o en e lang aanhouden in lettergrepen waarin deze klinker wordt gevolgd door een r. De o-klank als in de woorden kok, lok, sok enzovoorts, krijgt de klank van de dubbele o, met als consequentie, dat men reist van Mooidrecht naar Dooidrecht, om ons daarna te vertellen dat de oorganisatie op het punt van de poornografie niet deugt, dat de mensen moeten zoeigen (ja, ja, zoejgen!) dat na de maaltijd de boorden goed gereinigd woorden, dat in Spanje een proces wordt gevoerd tegen personen die geprobeerd hebben de democratie omveer te weerpen, dat ten onzent een foormidabele werkeloosheid heerst, maar dat de plannen voor noormalisering nog moeten woorden ingevuld, waarbij alle voormen van medezeggenschap aan hun trekken zullen moeten gaan komen, doch dat die klus zoveel vakmanschap vereist, dat men de foormateur in overweging heeft gegeven om de heer Wim Kok aan te trekken als baas op Sociale Zaken en meneer Chris van Veen op Economische Zaken, wat zal resulteren in een bliksemsnelle herrijzenis van Nederland, om vervolgens uitgebreid de oorganisatie van het beroepsgoederenvervoer te beerde te brengen, alsook het bevoorderen van het gebruik van de voorkheftruck, echter met de toevoeging, dat dit laatste onderwerp na de grote vakantie opnieuw aan de oorde zal woorden gesteld (want dat is nu niet aan de oorde); reden waarom ik besloot de verzending van dit epistel te verschuiven naar een later tijdstip, ware het niet dat ik na volbrachte taak de radio aanzette, in een vraaggesprek belandde, en tot mijn verrassing als eerste geluid (de klap op de vuurpijl) de volgende zinnen tot mij doordrongen: ‘Denkt u, dat de staking een succes zal gaan woorden? De gevechten hebben inmiddels ernstige voormen aangenomen’.
Is deze tendens tot klankverandering taalverrijking of taalverarming?
H. van Eldik, Amsterdam