Een onwoord (4)
Restaria
Wie de ontwikkelingen in het Nederlands kritisch volgt, dat wil zeggen met warme belangstelling maar niet zonder oog en oor voor een sporadische ontsporing, loopt de kans uitgemaakt te worden voor purist, conservatief of, erger nog, intellectueel.
Deze bedreiging kan tot vergrote strijdbaarheid leiden, of tot moedeloosheid.
Zo bleek uit het hoofdartikel van het juni-nummer van dit maandblad, ‘Jargon of geklets?’, dat H.J.A. Hofland zijn kruistocht tegen taalvervuiling gestaakt heeft. ‘(...) de strijd is voorbij, en, zoals dat meestal gaat, gewonnen door de krachten van het bederf’ schreef hij, en ‘Het valt te vergelijken, op strafrechtelijk gebied, met het stelen van een fiets of het plegen van een winkeldiefstal (...). Het mag niet, maar er is geen instantie meer die voldoende tijd en zin heeft om de misstap te verhinderen.’
Wie vanaf het Centraal Station in Amsterdam tramlijn 4 neemt, zich tot in de Van Woustraat laat vervoeren en in die straat aan de rechterhand op een winkelpui het woord Restaria ontwaart, weet dat Hofland geen gelijk heeft en beseft waarom niet. Hier begint de strijd pas.
Een kort bezoek aan de (het?) Restaria - de tram stopt zo'n vijftig meter verder - volstaat om te constateren, dat het hier niet alleen gaat om een samenvoeging van restaurant en cafetaria, maar ook dat hij zich, te oordelen naar aanbod, inrichting en merk mayonaise, in niets dan de naam onderscheidt van wat zich tot voor kort nog zonder gêne cafetaria durfde noemen. Het is derhalve een woord, dat om geen andere reden op de gevel is aangebracht dan om de aandacht te trekken met de suggestie iets bijzonders en vooral iets geheel nieuws te bieden te hebben. Een loze suggestie, zoals reeds kort na een bestelling blijkt. Het is derhalve een nieuwe naam voor een bestaand object en daarom in die functie overbodig. De vraag waarom Restaria niet alleen overbodig maar ook ongewenst is, waarom het aan taalvervuiling bijdraagt, is daarmee nog maar half beantwoord.
Een woord als Restaria verspeelt zijn bestaansrecht, behalve doordat het geen nieuwe lading dekt, door zijn pretentie. (Pretentie is een subjectief aspect en dus onwetenschappelijk, dat weet ik, maar voor wetenschappelijke betogen lenen zich andere maandbladen.) Het woord straalt de pretentie uit van iemand die meent dat hij een geweldige vondst gedaan heeft. Het is de pretentie van iemand die zichzelf serieus neemt: Restaria is een woord zonder relativeringsvermogen.
Maar de pretentie zit 'em vooral hierin, dat Restaria taalvervuiling in de tweede graad is. Het is helemaal geen combinatie van cafetaria en restaurant. Dat ziet een kind. Restaria is de versmelting van cafetaria en restorette.
P.S. Briefschrijvers uit Den Haag die mij willen wijzen op het bestaan van een Caferette: ik kwam er, gezeten in lijn 12, langs.
Robert-Henk Zuidinga