Variëteit en variété
Mevrouw Petronella J.C. Elema in Groningen schrijft gefascineerd te worden door de uitdrukking ‘Hij spreekt geen woord over de grens’. Ze vindt die zó afgrijselijk dat ze haar af en toe zelf gebruikt. Dat vind ik geestig gezegd, maar is dat ‘over de grens’ zó afschuwelijk? Als ik het steeds weer hoorde, zou ik er ook naar van worden, maar een enkele keer? Ik geloof dat het een voorbeeld van gemeenzame humor is, die wel strikt gedoseerd moet worden.
Het is wel toevallig, dat Elseviers Weekblad van 21 augustus 1982 boven een artikel over de verkoop van buitenlandse, vooral Engelse, boeken in ons land de vetgedrukte kop toonde: ‘Nederland leest een aardig boekje over de grens’. Alweer lijkt de conclusie te moeten luiden, dat de een anders tegen dergelijke grappen aankijkt dan de ander. Zo word ik eerder misselijk van naar mijn mening stupide zegswijzen als ‘Zeker weten’ en ‘Deze jongen (dat is de spreker - mcg) gaat een straatje om’. Want de humor dáárvan ontgaat me volkomen.
•
In het woord bedenking, door mij gebruikt in het nummer van juli/augustus, ziet de heer D. Postema in Sneek een verwerpelijk germanisme. Ik heb een Duits woord Bedenkung niet kunnen vinden; wel Bedenken, Bedenklichkeit, Einwendung, Einwand, Beschwerde, met nuanceverschillen. Welk bezwaar, vraagt deze correspondent, kan er eigenlijk tegen ons puur Nederlandse woord bezwaar bestaan? Geen, antwoord ik, evenmin als er bezwaar bestaat tegen ‘verhalen’, als men dat wil gebruiken ter afwisseling met ‘vertellen’. Maar ik kan ‘bedenking’ werkelijk niet als germanisme beschouwen, laat staan als verwerpelijk germanisme.
•
‘Wanneer is een hoeveelheid talloos?,’ vroeg ik in hetzelfde nummer. De heer J.C.J Hanssen in Den Helder zegt, dat elke verslaggever daarop waarschijnlijk een eigen visie heeft. Hij illustreert dat met een bericht, waarin gesproken wordt over ‘talloze nieuwsgierigen (circa 400 man)...’. Ja, het schijnt inderdaad dat elke verslaggever zijn visie heeft, maar het moet me toch van het hart, dat er nogal wat zijn die hun visie kunstmatig vergroten om het bericht belangrijker te maken en daarmee zichzelf ook. In dit bericht kon de ‘talloze’ hoeveelheid bovendien heel aardig geschat worden. En ik geloof dat ik beter de vraag had kunnen stellen: hoe ver moet een hoeveelheid inkrimpen om niet meer talloos te zijn?
•
Fabrikanten konden wel eens de gebruiksaanwijzing voor hun produkten in beter Nederlands stellen en bovendien duidelijker maken. De heer T.J. van der Heyden in Eindhoven zendt ons zo'n gebruiksaanwijzing (voor een koelkast), waarop in beide opzichten wel het een en ander aan te merken is. De koelkast wordt vervaardigd door en zeer grote fabriek.
Daarvan mag men verwachten, dat ze teksten die in ieders handen kunnen komen laat opstellen en corrigeren door bevoegde medewerkers. Ik volsta met het citeren van enkele onhandigheden:
‘Neem het vlees, kip of de vis uit de winkelverpakking...’; ‘het bereiden van ijsblokjes en consumptieys...’; ‘het dooiwater wat...’; ‘het rek wat...’. Voorts worden eieren onder melkprodukten gerekend (dus toch eieren van eigen koeien) en zijn veel zetfouten niet verbeterd.
•
In het Oostenrijkse bergdorp Königsleiten kan men vakantie-appartementen huren. Omdat ook veel Nederlanders daarvan gebruik maken, hebben de exploitanten de huisregels ook in het ‘Nederlands’ vertaald. Het resultaat zendt de heer M. ten Ham in Culemborg ons toe. Het toont aan hoe hachelijk het is als men, alleen gewapend met een oppervlakkige kennis van de vreemde taal en een woordenboek aan het vertalen slaat.
Een kleine bloemlezing:
‘Het spelen van kinderen in gangen en trappenhuis is regelrecht verboden... Zorg daarvoor dat uw honden hun hoopjes afzij het woonbereik verrichten... Ontleende sneeuwschoppen a.u.b. terugbrengen... Er wordt gevraagd zich in bos en weide rustig te verhouden met bijzondere oogmerk op uwe kinderen... Van 22.00 tot 8.00 uur is rust te bewaren... Stropende en honden zonder riemen mogen van de boswachter of jager worden geschoten, dus acht op uw vierbenige vriend!’
Maar wij Nederlanders kunnen er ook wel iets van. Zo werden op de polis tot verzekering van een zending advocaat van Amsterdam naar Venezuela als verzekerde goederen vermeld: ‘Twenty cases barrister’.
M.C. Godschalk