Motieven
Ter illustratie van deze opzet kies ik een hoofdstuk dat voor taalliefhebbers die geïnteresseerd zijn in moedertaalonderwijs, bij uitstek van belang is, namelijk de mogelijke motieven waarom men aan taalbeschouwingsonderwijs kan doen. Als een doel op zichzelf stelt dit volgens de auteurs niet zoveel voor. Vaak gaat het daarbij om rationalisaties die achteraf worden geformuleerd, en die vaak erg ver staan van de alledaagse realiteit van het klas-gebeuren. Dit neemt niet weg dat taalbeschouwingsonderwijs wel zinvol kan zijn als doel op zichzelf indien het ook als dusdanig functioneert voor de leerlingen.
Meer aandacht wordt besteed aan het taalbeschouwingsonderwijs als middel. In de eerste plaats kan taalbeschouwingsonderwijs een bijdrage leveren aan de verhoging van de taalbeheersing van leerlingen. Op welke aspecten van die taalbeheersing dit taalbeschouwingsonderwijs zich echter dient te richten, en hoe dit in de praktijk dient te worden ingericht, zijn nog steeds knellende vragen.
In de tweede plaats kan taalbeschouwingsonderwijs een bijdrage leveren aan algemene onderwijsdoelen, zoals bijvoorbeeld het leren abstraheren. De auteurs vinden dit argument nogal ongegrond, en wij zen er bovendien op dat de pleitbezorgers van dit motief meer het voortgezet onderwijs dan het basisonderwijs voor ogen staat.
Tenslotte kan taalbeschouwingsonderwijs een middel zijn om de maatschappelijke situatie te verkennen waarin mensen leven (en taal gebruiken). Het reflecteren op taal, en het bekijken van de relaties met sociale verhoudingen, dient in dit geval als aangrijpingspunt voor de maatschappelijke bewustwording van de leerling.
Voor elk van deze drie benaderingswijzen van taalbeschouwing als middel worden relevante Nederlandstalige vertegenwoordigers genoemd. Bovendien wordt naar hun publikaties verwezen. Zo'n overzicht is naar mijn mening bijzonder handig voor degenen die op de hoogte willen blijven van discussies over moedertaalonderwijs. Hetzelfde kan gezegd worden van andere hoofdstukken.