Jaarvergadering Onze Taal
Op 12 juni vond in het Kurhaus-Hotel te Scheveningen de 51ste jaarvergadering plaats. De jaarverslagen van 1981 van de secretaris en de penningmeester werden onder dankzegging goedgekeurd.
De penningmeester gaf nog een nadere uitleg over onze financiële positie. Tot nu toe werden tekorten gedekt door een subsidie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Helaas zal deze subsidie in de komende jaren niet worden verhoogd; eventuele hogere tekorten zullen dus door het Genootschap zelf moeten worden opgevangen.
Het bestuur vroeg derhalve aan de vergadering in te stemmen met een contributieverhoging van f 14,50 naar f 16,50 met ingang van 1 januari 1983. De vergadering ging met dit voorstel akkoord. Nadere informatie hierover volgt in het november-nummer. Uit de vergadering kwam nog een suggestie om aan jongeren een lagere abonnementsprijs te berekenen. Over dit voorstel zal op de eerstvolgende bestuursvergadering nader worden gesproken.
De vergadering ging verder akkoord met de benoeming van mr. W.C.A. Riem Vis als nieuw bestuurslid. Bij acclamatie zijn als bestuursleden herkozen mr. J. Jolles en mevrouw H. van den Horst-de Both. De heer Riem Vis zal zich vooral bezighouden met de organisatie van congressen en met propaganda-activiteiten.
Mr. W.C.A. Riem Vis werd in 1918 geboren in Den Haag. Hij studeerde Nederlands Recht in Leiden en volgde daarbij verschillende colleges op het gebied van geschiedenis, kunst en talen. In de oorlogsjaren werkte hij ‘ondergedoken’ op een rijksbureau. Na de oorlog trad hij in dienst bij de Haagse gemeentesecretarie, afdeling Economische Zaken, waar hij vooral redactioneel werk deed. In 1981 werd hij directeur van de Dienst voor Haven- en Marktwezen van Den Haag. Hij vervulde in de loop der jaren enkele functies in besturen van de Maatschappij van Nijverheid en Handel en het NIVE. In 1981 verliet hij de gemeentedienst ‘met VUT’. Eén van zijn hobbies was steeds het zuiver en duidelijk taalgebruik, ook en vooral in ambtelijke stukken; dit ondanks de onverschilligheid van velen en de alom optredende geneigdheid tot toepassing van opgeblazen ‘vakjargon’ bij het spreken en schrijven in het openbaar.
Na het huishoudelijk gedeelte vond er een forumdiscussie plaats over ‘onze taal en Onze Taal’. Het forum bestond uit rubriekschrijvers in ons maandblad en de eindredacteur. Na lovende woorden over het maandblad werd over diverse taalkwesties het standpunt van forumleden gevraagd. Tijdens de discussie bleek steeds weer dat er grote behoefte bestaat aan duidelijkheid over normen in taalgebruik. Ook werd gevraagd naar meer ruimte in het maandblad voor: grammaticale kwesties, Nederengels, historische aspecten, beeldend taalgebruik en taal van en voor jongeren. De redactie zal haar uiterste best doen gehoor te geven aan de talrijke, verschillende wensen die tijdens deze forumdiscussie zijn geuit.
Het bestuur