Adviseur of consulent?
Terwijl in het Nederlands de twee belangrijkste betekenissen van conseiller: 1o lid van een raad (conseil), 2o iemand die raad geeft, zijn, is dat voor conseil: 1o raad, 2o iemand die raad geeft.
Het Nederlands kent van oudsher raad en raadsheer, om de persoon te benoemen die deel uitmaakt van enige raad, als mede raadgever, raadsman, als degene die raad, advies geeft. Later zijn daar adviseur en consulent bijgekomen en de laatste tijd ziet men steeds meer in aankondigingen de term consultant opduiken, een overbodig anglicisme.
‘Raadgever’ zegt wat het betekent; ‘raadsman’ klinkt wat verouderd maar wordt vooral nog gebruikt in de uitdrukkingen humanistisch raadsman, juridisch raadsman, sociaal raadsman (of -vrouwe!). De moeilijkheden ontstaan bij ‘adviseur’ en ‘consulent’ in hun talrijke samenstellingen.
Wie van beide personen werkt in dienstverband of oefent een vrij beroep uit? Zulks is moeilijk uit te maken want ook Van Dale laat ons in de steek. In het ene geval (naar ons weten) waar hij zowel de samenstelling met ‘adviseur’ als met ‘consulent’ heeft, nl. belastingadviseur en belastingconsulent geeft hij onder ‘belastingadviseur’ de verwijzing ‘ook belastingconsulent’ en is zijn definitie onder deze laatste term: ‘iemand die adviezen geeft in belasting-zaken’, waaruit men niet kan opmaken of zulks al dan niet zelfstandig gebeurt.
Wij zouden ervoor zijn de adviseur als een ambtenaar te zien, de consulent als iemand die een vrij beroep uitoefent, wat dan weer niet opgaat voor landbouw-, zuivel-, nijverheidsconsulent. ‘Consultant’ lijkt ons direct overgenomen uit het Engels en beantwoordt als zodanig slechts aan een zeker modeverschijnsel.
Welke ambtenaar of beoefenaar van een vrij beroep kan ons over dit probleem nuttige ‘raad’ verstrekken?
A. Rohaert medewerker terminologiebureau Luxemburg