‘Zannekin’ toegelicht
Gaarne wil ik, in mijn hoedanigheid van eindredacteur van het Jaarboek Zannekin, reageren op het stukje uit de rubriek ‘Het Gezegde & Co.’ in het mei-nummer van ‘Onze Taal’, waarin J.M. van der Horst de vereniging/stichting Zannekin ter sprake brengt. Ik ben zeer onaangenaam getroffen door de toon waarop de heer Van der Horst het historisch kader, waarin onze vereniging haar doelstelling formuleert, met enkele suggestieve opmerkingen afdoet. Het lijkt mij niet terecht dat een vereniging, die haar inspiratie vindt in de eigenheid van de Nederlandse taal, cultuur en geschiedenis, in een blad als ‘Onze Taal’ op een dergelijke lompe manier benaderd wordt.
Het meest opmerkelijke aan de reactie van de heer Van der Horst is, dat hij wèl de historische achtergrond van Zannekin ter sprake brengt maar niet de culturele en taalkundige! In de door hem aangehaalde folder worden uitdrukkelijk die gebieden opgesomd waarop Zannekin de aandacht vestigt en die voor een paar generaties nog Nederlandstalig waren. Dit laatste facet had Van der Horst eerder aan het denken moeten zetten dan de historiciteit van de Nederlanden.
In de afgelopen zeven jaar dat Zannekin actief is, is het juist de taal van Oost-Friesland, de Nedergraafschap Bentheim, het Land van Kleef en Gelre en van Frans-Vlaanderen, die veel aandacht heeft gekregen. Uit de talrijke voordrachten op de studiedagen en uit de artikelen in het Jaarboek Zannekin is een beeld van de taalkundige toestand in genoemde gebieden naar voren gekomen, dat voor de meeste leden volstrekt nieuw was. In grote gebieden van West-Duitsland, van Sleeswijk-Holstein in het noorden tot de streek van Erkelens-Gulik (Jülich) in het zuiden is het Nederlands tot ongeveer 1830 als officiële taal voor het bestuur, in de kerken en op scholen in gebruik geweest. Pas na de tweede helft van de vorige eeuw is er de verduitsing begonnen. Uit talrijke artikelen in het Jaarboek Zannekin blijkt dat een groot gedeelte van de bevolking van de Duitse Nederrijn, Bentheim en Oost-Friesland het Nederlandse dialect nog spreekt of verstaat. In de kring van de Duitse leraren Nederlands spreekt men zelfs over onze taal als de ‘verhinderte Muttersprache’.
Dit taalkundig aspect van de activiteiten van Zannekin is voor veel leden een ware ontdekking. Maar we hebben nog steeds het gevoel dat we aan het begin staan. Uit de titels van artikelen voor het volgend Jaarboek, dat in 1983 zal verschijnen, blijkt dat we ook in de toekomst nog tal van artikelen en bijdragen mogen verwachten met betrekking tot het verleden, heden en toekomst van het Nederlands in West-Duitsland en Noord-Frankrijk.
Het lijkt me dat een uiteenzetting over de Belgisch-Nederlandse vereniging/stichting Zannekin als bovenstaande een beter beeld geeft van deze vereniging dan het stukje van J.M. van der Horst.
Inlichtingen over Zannekin kunnen ingewonnen worden bij:
De Vereniging Zannekin, Paddevijverstraat 2, B-8900 Ieper of Stichting Zannekin, Soesterbergsestraat 105, 3768 EC Soest.
Aanmelding als lid kan eenvoudig door het overmaken van f 30 op gironummer 3876953 van de Stichting Zannekin te Soest onder vermelding van ‘nieuw lid’. Men ontvangt dan o.a. het Jaarboek dat in juni jl. is verschenen. Een beperkt aantal oudere Jaarboeken is nog aanwezig en kan verkregen worden door het storten van f 23 op het bovenstaande gironummer.
Wim van Heugten eindredacteur Jaarboek Zannekin Duiven