Spellingsregels toepassen
Ik ben er in 1947 en 1954 ook niet bij geweest, zelfs in 1961 nog niet, maar ik kan me toch voorstellen wat de leidende gedachte is geweest. Die was niet de aardrijkskundige namen zo maar ‘anders’ te spellen. Het ging erom ze te spellen volgens de regels die sinds 1947 voor het schrijven van het Nederlands van kracht waren en dat nog zijn. Het is een rationeel en praktisch beginsel, dat bij mijn weten nooit bestreden is, dat de spelregels van een taal voor alle woorden in die taal gelden. De aardrijkskundige namen maken deel uit van onze woordenschat; ze vormen een bepaalde betekenisgroep binnen de zelfstandige naamwoorden. Ze vallen dus onder de werking van onze spellingregels en in tegenstelling tot Van der Horst meen ik, dat degenen die daar anders over denken, ‘met argumenten op tafel moeten komen’. Maar dan liefst met deugdelijke argumenten. Daaronder valt de retorische vraag van v.d.H.: ‘Willen we ook het telefoonboek omspellen?’ zeker niet. Dat is de bekende argumentatie vanuit het absurde, die in diskussies over spellinghervorming ten nadele van de redelijkheid telkens weer toegepast wordt.
Nee, dat wilde de wetgever in 1947 niet en ik heb nog nooit vernomen, dat iemand dat wel wil. Persoonsnamen zijn privé taalbezit, net als namen van verenigingen, firma's enz.; alleen de drager kan ze veranderen. Ze blijven in onze voorstellen dus ook onveranderd, als ze deel uitmaken van een aardrijkskundige naam, zoals De Cocksdorp of Snouck Hurgronjepolder. Maar voor het overige zijn de aardrijkskundige namen kollektief taalbezit.
Wat heeft het dan voor zin Noordhollandsch Kanaal te schrijven naast een Noordhollands dorp, Sneeker Meer - of Sneekermeer? wie weet dat uit z'n hoofd? - naast Sneker zeilweek, Monnickendam naast Monnikendiep, Monnikenpolder en 16 andere van dit type? Hoeveel Nederlanders uit een ‘representatieve steekproef’ zouden weten, dat in Drenthe een h moet staan en dat de naam die we als Godschalksoord uitspreken, nog steeds als Goidschalxoord gespeld wordt? Waartoe moeten we Koevorden met een c, Kaam met ch en Kuik met c en y (maar niet met ck op het eind) blijven schrijven? Ik kan het opruimen van dergelijke, deels onvoorspelbare afwijkingen van de normale korrespondentie van klank en teken in het Nederlands nog niet zo zinloos vinden.