Het Gezegde & Co.
Ezelsbruggen wekken belangstelling. Toen ik in juni vroeg of iemand me de herkomst zeggen kon van 't kofschip, kwamen er heel wat brieven binnen. De ene al aardiger en interessanter dan de andere. Aangezien ik meestal slechts boze brieven ontvang, was dit een heerlijke ervaring. Alleen: de herkomst van 't kofschip weten we nog niet. Wel schreef de heer Noordegraaf me, dat het in 1885 al in gebruik was. Taco de Beer publiceerde in De Amsterdammer van 25 juli en 1 augustus 1885 enkele stukken over het onderwijs in de moedertaal (herdrukt in Noord en Zuid 9 (1886), blz. 317 e.v.), waarin 't kofschip zonder uitleg genoemd wordt. Blijkbaar was het toen al een bekende ezelsbrug. Of 't fokschaap, synonieme brug, ook al zo oud is, weet ik niet.
De oudste mij bekende ezelsbrug is de toonladder van do-re-mi. De meeste mensen weten niet eens, dat het ooit een geheugensteuntje was. Het schijnt bedacht te zijn door Guido van Arezzo (± 995-1050). De treden der toonladder kregen elk een naam die de eerste lettergreep was van een hymne uit de achtste eeuw voor het feest van Johannes de Doper: Ut queant laxis / Resonare fibris / Mira gestorum / Famuli tuorum / Solve polluti / Labii reatum / Sancte Iohannes. Het geval wilde, dat elke eerste inzet één toon hoger was dan de vorige. Ut is later, waarschijnlijk om z'n onzingbaarheid, vervangen door do; sa door si (sint?). De vertaling van de hymne luidt: ‘opdat uw dienaren uit volle borst uw wonderdaden laten klinken, wis uit de schuld van onze zondige lippen, Heilige Johannes’.
Veel ezelsbruggen betreffen de volgorde en/of het aantal van een hoeveelheid termen. Heel gebruikelijk is het, de eerste letters te nemen, en een zinnetje te maken waarvan de woorden dezelfde eerste letters hebben. Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord is een klassiek voorbeeld. Mevrouw De Graaf uit Oegstgeest noemde me: Nu Moeten Lange Stromende Wateren Rechts Liggen, voor de rechter zijrivieren van de Rijn: Neckar, Main, Lahn, Sieg, Wupper, Ruhr en Lippe.
In andere ezelsbruggen spelen ritme en rijm een grote rol. Beroemd is het gedicht op de Hollandse graven:
Dikkie Dikkie Aernout
Dikkie Dikkie Flo
Dikkie Flo Dikkie Flo
Dikkie Ada
Willem Flo Willem Flo
Jan.
Een ander voorbeeld is hier: Na si nisi num en ne, gaat ali niet met quisje mee. Soms spelen getallen een rol. Bijvoorbeeld bij bruggen voor het getal pi: de getallen voor en achter de komma corresponderen met het aantal letters van de woorden in: Van p wilt u graag onthouden de eerste negen (cijfers). Of: Wat u door 'n echte ezelsbrug te kennen, immer met gemak onthoudt. In het Engels: How I wish I could remember pi easily, of verder: Now I know a spell unfailing, an artful charm for tasks availing, intricats results entailing, not in too exacting mood (poetry is pretty good), try the talisman, let he adverse ingenuity.
Volgende maand lever ik ze u ook in het Frans en Duits.
De moeilijkheid met ezelsbruggen is het onderscheid tussen algemeen bekende, geijkte bruggen, en privé bruggen. Dat is er namelijk niet. Wel zijn er uitersten. Meneer Van Dale is overal bekend, de manier waarop ik mijn eigen gironummer en telefoonnummer onthoud, niet. Daartussenin zitten de talloze ezelsbruggen van handige leraressen en onderwijzers, die korter of langer meegaan, in groter of kleiner kring bekendheid genieten. Vooral bij privé bruggen kent de vindingrijkheid geen grenzen. Veel mensen kunnen telefoonnummers alleen onthouden langs de weg van een reeks ingewikkelde rekenkundige bewerkingen. Bijvoorbeeld 125232. Heel eenvoudig: tel 1 op bij 2. Samen 3, hetgeen nog niet genoeg is voor 5, het volgende cijfer. Nemen we nu het dááropvolgende cijfer er ook bij, 2, dan hebben we wèl samen 5. Trek je er 3 van af, dan wordt het weer 2; simpel dus. Ook ken ik iemand die telefoonnummers moeiteloos kan onthouden door er een komma bij te denken, en het geheel als een bedrag aan geld voor te stellen: 1252 gulden en 32 cent. Ook heel simpel.
Gaarne nodig ik lezers uit, ons ezelsbruggen mee te delen, geijkte zowel als privé bruggen. Onze eerste terreinverkenning verdient verdere uitwerking.
•
Wie was dr. G.-J. Witkowski?
F. Koopstra uit Den Haag zond ons fotocopieën van een boekje Comment j'ai appris l'histoire de France. Petits Moyens Mnémotechniques, Paris 1918. Is hij dezelfde als de medische grappenmaker en auteur van Joyeusetés de la médecine (1882), Anecdotes médicales (1882), Drôleries médicales (1883) en een heel oeuvre van half komische boeken over bevallingen?
J.M. van der Horst