Van als voorzetsel
Van is het meest frequent voorkomen de voorzetsel. Op enige afstand gevolgd door in. Althans, over de hele linie genomen. In informeel spreken staat in nèt iets hoger genoteerd. Bij mannen staat in boven van, bij vrouwen is het andersom. Bij jonge mensen staat van boven in, bij oudere mensen in boven van. De maatschappelijke positie heeft weinig invloed: zowel bij de hogere als bij de lagere sociale lagen staat van boven in.
Wie onbevooroordeeld, zonder in woordenboeken te kijken, probeert te zeggen wat van betekent, zit met z'n handen in het haar. Ja, ‘bezit’, maar dat is slechts een klein stukje ervan. Van heeft een veel vager betekenis dan in. Niet toevallig lijkt het me, dat het meest frequente voorzetsel ook de vaagste, de minst specifieke, betekenis heeft. Het is bijna een all-round voorzetsel, met een zeer ruim scala gebruiksmogelijkheden, en met een heel weinig specifieke betekenis.
Wat doet een voorzetsel? Het legt soms verband tussen twee zelfstandig-naamwoordsgroepen:
- de fiets van mijn buurman.
Algemener geldt: het maakt een zelfstandig-naamwoordsgroep tot een voorzetselgroep, en zodoende tot een zinsdeel dat niet erg centraal is: niet onderwerp, niet lijdend voorwerp, maar bijvoeglijke bepaling, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling, enz. (Ja, er zijn uitzonderingen.)
Een zelfstandig-naamwoordsgroep zonder aangeplakt voorzetsel is wèl centraal in de zin, dat moet iets belangrijks zijn, nl. onderwerp of lijdend voorwerp. (Ja, ja, enz.)
Een voorzetselgroep is een zinsdeel van het tweede plan. In de verbinding van zelfstandig-naamwoordsgroep plus zelfstandig-naamwoordsgroep (de fiets van mijn buurman), is de tweede dan ook minder centraal dan de eerste.
Blijkbaar is dit een algemeen trekje van voorzetsels: ze drukken datgene wat erop volgt naar het tweede plan. Het hoort er wel bij, maar pas in de tweede plaats; het doet wel mee, maar niet helemaal.
Welnu, ons meest frequente voorzetsel, ons voorzetsel bij uitstek, met z'n ruim scala gebruiksmogelijkheden en z'n weinig specifieke betekenis, is dan ook in de allereerste plaats volop voorzetsel, ‘naar-het-tweede-plan-drukker’. Het geeft aan dat datgene wat volgt, het zijdelings betrokkene is. Meer niet, Maar ook niet minder. Dat is de betekenis van van. Heel de rest is interpretatie; dat maak je op uit het verband. Als er sprake is van een fiets, en in dat verband wordt een persoon genoemd ‘die er wat mee te maken heeft’, dan zal dat wel de eigenaar zijn (of de berijder!). Als er sprake is van een schilderij, en er wordt een persoon in dat verband genoemd, dan... weten we het niet. Het kan de schilder wezen, of de eigenaar, of zelfs de afgebeelde persoon (als het een portret was). Hoe het komt dat we bij een fiets niet aarzelen en bij een schilderij wel, zit 'm niet in het gebruikt zijn van een ander woord van, of van een andere betekenis van van, maar louter in onze kennis van de wereld. Bij schilderijen is het vaak relevant te weten wie de maker is, soms relevanter dan wie de bezitter is. Bij fietsen in de regel niet. Het is dus mijns inziens onjuist om te zeggen dat van een bezitsrelatie aangeeft. Het geeft een (zijdelings) betrokkene aan. Bij fietsen ligt dan het meest voor de hand aan de bezitter (of de berijder) te denken, bij schilderijen niet.
Bij de straf van Jan is het precies zo. Van betekent hier niet iets anders dan in de fiets van Jan, maar opnieuw: een betrokkene. Bij straffen is dan zowel een bestraffer als een bestrafte betrokken. En jawel, de groep is dan ook precies dubbelzinnig. Afhankelijk van de gesprekssituatie kan er op de straffer gedoeld zijn of op de gestrafte.