Opnieuw een on-woord
De commercie stelt haar eisen. Om het koperspubliek geïnteresseerd te houden, worden elk jaar de handmixers en auto's van een iets aangepast uiterlijk en een nieuw serienummer voorzien en eens in de paar jaar krijgt de Philishave er een scheerkop bij. De komst van de stereo-teevee luidt wat dit betreft een geheel nieuw tijdperk in.
Hetzelfde mechanisme lijkt, met een lagere frequentie, te gelden voor woorden, en dan vooral namen, van artikelen, instellingen, tijdschriften. Om de indruk te wekken het nieuwste van het nieuwste te bieden, noemt een uitzendbureau zich tegenwoordig ‘uitzendclub’ of ‘dienstverlenend centrum voor tijdelijke arbeid’, en een matrassenwinkel ‘slaap-studio’ of ‘bedderie’.
Het oppoetsen van naam of woord vereist natuurlijk inhaken op eigentijdse tendensen. Zo schoten na het ontstaan van de wasserette de restorettes en quickynettes de grond uit en na de talk-in onstond de listen-in, de kerst-in en er is al een stomerij met de naam Clean-in.
Eén van die trends maakt gebruik van de uitgang -theek, ooit gebaseerd op het Grieks voor bewaarplaats en bij voorkeur met de h trendgevoelig verwijderd. Onze taal verwierf o.a. de mediatheek, vinotheek, videotheek, eet-o-theek en speel-o-theek. Daarvan grijpen in ieder geval de laatste twee niet terug op de oorspronkelijke betekenis, maar op het tweede gebruik van het woord discotheek, nl. die van uitgaansgelegenheid. Het achtervoegsel draagt de sfeer aan van gezelligheid en ‘je bent er eens even helemaal uit’.
Geheel in overeenstemming daarmee heeft een Amsterdams instituut voor pyschotherapie zich nu Psychotheek genoemd. In een personeelsadvertentie verklaart de stichting van die naam zich ten doel te stellen ‘psychotoch therapie meer toegankelijk te maken voor de buurtbewoners van Amsterdam-Oost.’ Hoe zij zich deze Sisyphus-arbeid voorstelt, daarvan wordt een sluiertipje opgelicht in de advertentie die het ‘multidisciplinair therapieteam’ aan uitbreiding moet helpen: ‘Het aksent van de taakomschrijving ligt op het doen van therapieën.
Daarnaast participeert betrokkene in de intakestaf en het balieteam. Een warme belangstelling voor het spanningsveld tussen eerste-lijnsvragen en tweede-lijnsaanbod is nodig, alsmede de inzet en kreativiteit om daarin konstruktieve bijdragen te leveren ter verwezenlijking van het doel van de Psychotheek.’ Toegankelijker kan psychotherapie voor de buurtbewoners van Amsterdam-Oost toch al haast niet gemaakt worden. Storender evenwel dan zulk opgeblazen woordgebruik - wat ontstaat er niet een aardig spanningsveld tussen ‘buurtbewoners van Amsterdam-Oost’ en ‘multidisciplinair therapieteam’ - is de volstrekte misgreep bij het kiezen van zo'n naam. Omdat duidelijk is dat voor Psychotheek niet de opslagfunctie geldt, mag aangenomen worden dat ook dit woord refereert aan de betekenis van -theek in discotheek. Hautainer had het multidisciplinair therapieteam zich niet kunnen opstellen om de buurtbewoners op hun eigen niveau te bereiken: de academicus die gewoon getutoyeerd wil worden, de premier die met de fiets gaat, de blanke met een kist vol spiegeltjes en kraaltjes. En zoals het voormalige koffiehuis dat zich Café-o-theek noemt, van discotheek de sfeer van Uit-is-gezellig leent, zo bekleedt een instituut voor psychotherapie dat zich Psychotheek noemt zich met de sfeer van leuk, in een hoekje met wat kaarsen en in-therapie-gaan-is-plezier-voor-twee. Zo'n poging om erbij te horen is krampachtig, het kiezen van zo'n