Het gezegde & co.
Ik weet niet welke regelneef ooit op het onzalige idee gekomen is de Nederlandse aardrijkskundige namen anders te gaan spellen. Maar 't is gebeurd, kort voor 1947. De spellingwet van 1947 zegt dat het moet. De spelling van Monnickendam moest dus Monnikendam worden. Waarom? Willen we ook het telefoonboek omspellen? Moet meneer Nagtegaal voortaan Nachtegaal gaan heten, en mevrouw Bouckaert straks Boekaard? Ik heb er geen bezwaar tegen maar heeft dit nut?
De Woordenlijstcommissie, die destijds het Groene Boekje in korte jaren samenstelde (1947-1954), had deze opdracht van de aardrijkskundige namen natuurlijk meteen moeten weigeren. Dat heeft ze niet gedaan, en daarom is ze vanaf 1954 tot op heden blijven modderen met een taak die iedereen zinloos vindt.
Uit het rapport van de Algemene Rekenkamer over 1981 blijkt, dat thans de a en de m klaar zijn. Ook Monnikendam dus. Zodra er een plaatsnaam anders moet, geeft het gemeentebestuur opdracht aan de plaatselijke gemeentearchivaris in oude boeken het bewijs te zoeken dat de naam op historische gronden zo moet blijven, en beslist niet gewijzigd mag worden. Het verzet tegen een spellingwijziging van een gemeentenaam is even ontroerend als naïef. Toch heeft het de sterke troef in handen dat een bepaalde spelling thans gangbaar is en dat niet handhaving maar verandering met argumenten op tafel moet komen. Maar wet is wet, daar kun je niet omheen. Toch zou het al een mooi ding zijn als iedereen toegaf dat die wet idioot is. Dat doet de regering niet, zij schuift het probleem van een wet die iets voorschrijft waar niemand heil in ziet, voor zich uit, zoals al twintig jaar.
Nu heet het dan dat straks de Taalunie de oplossing zal brengen.
Lieve Taalunie, wees zo goed dadelijk voor te stellen dat de Nederlandse spellingwet in dezer voege veranderd wordt. Sneu voor de Woordenlijstcommissie? Nee, eigen schuld; hadden ze maar meteen moeten weigeren. Voor de goede orde: de Woordenlijstcommissie, die al zo lang met Monnickendam bezig is, is niet de CBAN, de Commissie voor de spelling van Buitenlandse Aardrijkskundige Namen, waarover mei '81 in dit blad werd bericht. Ook de CBAN is niet vlot, maar dat heeft een andere oorzaak: haar taak is wel een beetje nuttig maar haar werkwijze ondoelmatig.
•
J. Aalbrecht, P. Otten & W. Peinen schrijven een cursus voor uitspraak van het Nederlands. Deel a, Uitspraakvademecum is thans verschenen. Vervolgens zullen de delen b, c en d verschijnen, resp. Testen, Geluidsbanden en Commentaren voor de docent. De cursus is zowel voor onderwijs als zelfstudie. Uitgever is Acco in Leuven. Verspreidingsadres voor Nederland: Acco Amersfoort, postbus 395, 3800 AJ Amersfoort; tel. 033-11523. Prijs: f 10,75.
•
In de SVO-reeks van de Stichting voor Onderzoek van het Onderwijs is vorig jaar verschenen: Dialect als onderwijsprobleem. Een socio-linguïstisch-onderwijskundig onderzoek naar problemen van dialectsprekende kinderen in het basisonderwijs, geschreven door Sjef Stijnen en Ton Vallen. Het boek is hun beider dissertatie, uitgegeven bij de Staatsuitgeverij in Den Haag.
•
Nu enige aankondigingen. Van 24 t/ m 26 november a.s. is er in Gent een Colloquium over linguïstische en socio-culturele aspecten van het taalonderwijs. Lezingen en discussies over dialect en standaardtaal, over moedertaal en vreemde taal. Belangstellenden voor deelname en/ of het houden van een lezing, kunnen contact opnemen met prof. V.F. Vanacker, Seminarie voor Nederlandse Taalkunde, Blandijnberg 2, B-9000 Gent, België.
Verder is er van 6 t/ m 10 september in Leeuwarden een International Conference on Bilingual Education in Friesland: over tweetaligheid en tweetalig onderwijs. Inschrijving:
K. Zondag, p.a. Sixmastraat 2, 8923 PA Leeuwarden.
•
Als deel 2 van de reeks publikaties van het P.J. Meertens-Instituut is verschenen: Sj. Spoelstra, Enkhuizer Woordenboek. Te bestellen bij genoemd instituut, Keizersgracht 569-571, 1071 DR Amsterdam; postbus 19888, 1000 GW Amsterdam; tel. 020-234698. De prijs is f 19,-.
•
Bijzonder interessant voor al wie met de Taalunie, de Stichting Ons Erfdeel, het Algemeen Nederlands Verbond, de vereniging of stichting Zannekin enz. te maken heeft, kortom met organisaties die stoelen op de wankele basis van een gemeenschappelijke taal, is het boek van Ludo Simons, Van Duinkerke tot Königsberg. Geschiedenis van de Aldietsche Beweging (een uitgave van B. Gottmer in Nijmegen en Orion in Brugge; prijs f 29,90).
C.J. Hansen heeft zich in de vorige eeuw zeer beijverd voor een eenheid van Duinkerken tot Königsberg. Veel aanhang kreeg deze Aldietsche Beweging niet, maar er is veel over gediscussieerd. Hansens ideeën, hoe extreem ook, zijn in wezen niet ongelijk aan wat de Taalunie in het leven riep. Simons is geen meeslepend historieschrijver; maar voorzover ik het kan beoordelen, is zijn boek eerlijk en degelijk. En dat is in een gevoelige kwestie als deze zeer veel waard.
•
De vereniging Zannekin? Wat is dat nu weer? Ik heb hier een folder voor me liggen, waaruit ik graag wat citeer: ‘De historische Nederlanden omvatten een aanmerkelijk groter gebied dan dat van de huidige BENELUX-staten. Vooral aan de zuidgrens en in mindere mate aan de oostgrens zijn in de loop van de tijd grote gebieden uit de historische eenheid losgeraakt en onder de politieke invloed van Frankrijk en Duitsland gekomen.’ ‘De vereniging/ stichting Zannekin heeft zich tot doel gesteld om de historische en/ of culturele banden met al deze van ons vervreemde gebieden nader te onderzoeken, aan te halen en waar nodig te hernieuwen. Z. tracht de belangstelling voor deze grensgebieden te wekken en tevens het besef te laten herleven dat de huidige grenzen alleen maar een politiek karakter hebben: ze doorsnijden een economische, culturele en historische eenheid.’ (Secretariaat: M. Cailliau, Paddevijverstraat 2, 8900 Ieper, België.) W.F. Hermans zou wel wat met dat adres kunnen doen. Hoe historisch zijn die historische Nederlanden en die historische eenheid? Toevallig weet ik ook wel wat van geschiedenis, maar wij hadden blijkbaar een ander boek op school.
J.M. van der Horst