Variëteit en variété
Wanneer is een woord nieuw en hoelang is een nieuw woord nieuw? Dat vraagt ook prof. A.B. Frielink in Amsterdam zich af en hij noemt onder meer: nul-optie, clevere jongen, vrouw-onvriendelijk, bio-energetica en banenplan (voor werkgelegenheidsprogramma). Men kan er ook nog over peinzen of al dergelijke woorden aanvaardbaar zijn en of ze stand zullen houden. Clever is ongeveer hetzelfde als kien, dat vrijgekomen is sedert ons dierbare gezelschapsspel bevorderd is tot bingo. Van Dale vermeldt kien als pienter, bijdehand, en nu ineens zonder erbij te vermelden dat het uit het Engels afkomstig is.
Vrouw-onvriendelijk behoudt een buitenlands geurtje, ondanks milieuvriendelijk, handgeweven, beroepsgericht e.d. Baan (uit banenplan) heeft het vroeger ordentelijke betrekking zo goed als verdreven, en in het gemeenzame ondervindt het nog concurrentie van het op z'n Nederlands uitgesproken job.
Prof. Frielink heeft al zijn voorbeelden uit de dagbladen gehaald. Daarin heeft hij meer vreemde dingen gevonden. Bij voorbeeld: ‘... hoewel de rechtbanken deze straf wel aanbevolen’; ‘hij (een juridisch publicist - MCG) wil de overheid, wanneer zij een administratieve rechtszaak verliest, een boete geven.’ Hoeveel ontvangt u, als men u een boete geeft? vraagt hij. ‘Door welke hondegeleiders hij is bejegend (...) is niet komen vast te staan.’ Hoe bejegend?
‘De Verschrikkelijke Sneeuwman bestaat, woont in de Sovjet-Unie maar is geen sympathieke figuur. Dat zegt de leider van een officiële Sovjetexpeditie die in augustus heeft gespeurd naar het legendarische monster in het Russische dagblad Komsomolskaja Pravda.’ Wie speurt er nu in een krant naar zo'n monster? Maar let u eens op, hoeveel verschil komma's of haakjes in de laatste zin maken.
•
De heer D. de Gunst in Boskoop heeft in de Boskoopse Courant een voorbeschouwing over een raadsvergadering gelezen en vraagt ons, hoeveel fouten er staan in de volgende zin: ‘De opdracht (van een commissie die de oorzaken van de jeugdproblematiek moet onderzoeken - MCG) moet zijn het samenstellen van een nota waarin de plaatselijke jeugdproblematiek wordt geschetst en dan met name voor wat betreft de leeftijdsklasse van 12-18 jaar; het geven van aanzetten tot mogelijke plaatselijke oplossingen, waarin tevens wordt nagegaan of, en zo ja, welke beroepsmatige ondersteuning en de mate waarin deze dient plaats te vinden, gewenst dan wel nodig is èn deze rapportage drie maanden na de instelling van deze werkgroep te doen uitbrengen.’
Ik begin er niet aan; ik krijg hoofdpijn van die zin. De inzender moet wel bedenken, dat er verschil bestaat tussen een dagblad en een minder vaak verschijnend nieuwsblad als dit. Aan dat laatste wordt meestal meegewerkt door mensen uit een ander beroep, die er iets (niet veel) bijverdienen.
•
Overigens blijft de onuitputtelijke vindingrijkheid van de pers mij met geestdrift vervullen. ‘De financiële situatie van de DDR wordt door Westduitse bankdeskundigen kritisch genoemd.’ Dit is een volkomen juiste constatering. Wij Nederlanders noemen zo'n situatie kritiek, maar Westduitse bankdeskundigen zullen ongetwijfeld van ‘kritisch’ spreken.
Sommigen kennen een vrouwelijke verbuigingsvorm van het bijwoord, en dat lijkt me een geheel nieuw verschijnsel in de taal. Een groot dagblad liet een voetballer zeggen: ‘De mensen willen me continue naar voren zien draven.’
Zo iets ontroert me.
En twee persberichten van culinaire aard, die me bijzonder hebben aangesproken, wil ik u ook niet onthouden. Er is een ooggetuige aan het woord: ‘Het was heel duidelijk dat er iets gebeurde zodra prinses Margaret Rodd Llewellyn zag. Ze mocht hem onmiddellijk en verslond hem als het ware tijdens de lunch.’ En een wat oudere mededeling: ‘Een aan de informateurs toegewezen ambtenaar bestelde na een drukke dag een flesje bier. Dat schoot in het verkeerde keelgat van prof. dr. Halberstadt.’
Daar hoorde het natuurlijk niet, maar krijgt u van al dat nieuws ook geen lust om eens terdege te tafelen? U zult het nauwelijks geloven, maar mits en tenzij zijn niet voor elke schrijver gemakkelijke begrippen. Hoort u maar: ‘Een systeem (voor het inzamelen van oude autobanden - MCG) dat nauwelijks effect zal hebben, mits er een aantrekkelijke vergoeding tegenover staat.’ Ik vraag me af of ‘uit tact’ iets betekent, want ik lees zo vaak, dat iets in tact blijft. Bij voorbeeld: ‘Het aanvallende vermogen van Ajax blijft voorlopig in tact.’ Maar ik zag het ook in een boek over letterkunde.
Dat het weglaten van ‘om’ een zin volkomen kan ruïneren, bewees een weekblad met het volgende fraais: ‘Dat rechtvaardigt de organisatie van een tribunaal, die wantoestand aan de kaak te stellen.’
En dan nog dit: ‘Na door een bus met schoolkinderen te zijn geramd schoot de chauffeur van een vrachtwagen met zijn truck door de vangrail en kwam, weliswaar zwaargewond, op de rijksweg Hilversum-Utrecht terecht.’ Conclusie: erg naar dat hij zwaargewond was, maar hij kwam tenminste nog terecht.
M.C. Godschalk