[Mededeling]
□ □ □ □ □
■ Koen Wessing uit Huizen vestigt de aandacht op een soort aktiviteiten dat zeker onze belangstelling verdient. In het tijdschrift voor orthopedagogiek van jongstleden december wordt geadverteerd met een cursus kindermishandeling en een epilepsiemanifestatie. ■ U zou kunnen zeggen dat Onze Taal dit soort verschijnselen niet aangaat: formeel is er immers niets tegen bovengenoemde taalbouwsels. ■ Natuurlijk, beste lezer, hebt u gelijk, maar let wel: het gaat niet alleen om de vorm, we dienen ook te waken over de inhoudelijkheid, een woord dat volgens J.P. Anemaet uit Brussel door Staatssecretaris Van Zeil in het leven is geroepen (binnen de context ‘de inhoudelijkheid van het beleid’). ■ Ik had eraan willen toevoegen dat bovengenoemd woord de heer Anemaet de rillingen over de hedendaagse taalrug joeg, maar dat was niet het geval - in ieder geval gaf hij in zijn schrijven geen beschrijving van de emoties die inhoudelijkheid bij hem opriep. ■ Nee, ik was duidelijk in de war met het epistel van mevrouw J. Hamers-Velberg die zich stoorde aan het woord arbeideristisch in NRC/Handelsblad. Geen mooi woord, dat niet, maar er moet bij gezegd worden dat het een heel speciale betekenis heeft met een heel speciale nuance: arbeiderisme is een stroming binnen de socialistische beweging waarvan de aanhangers de kracht van hun argumentatie ontlenen aan het feit dat ze òf arbeider zijn, òf de arbeider kennen of in elk geval ergens een arbeider op sterk water hebben staan. ■ Dezelfde mevrouw Hamers vertol dat een Hongaarse uitstekend Nederlands sprekende kennis zich stier aan mijn pogen om het sterke werkwoord nieuw leven in te blazen, maar gelukkig mold mevrouw L.G. de Graaf dat mijn plan van een grootse visie getoog en haar verrassen heeft. ■ In combinatie met de afschaffing van het onderscheid ei/ ij miek zij
de volgende zin: hij leed het paard uit de stal nadat hij zijn eten bereden had. ■ P.H. Raadsen laat enig licht schijnen op het onderscheid button/ badge: buttons zouden altijd rond moeten zijn, terwijl badges in de praktijk dikwijls rechthoekig zijn. Het is mogelijk. Ik zei al dat ik mijn zegsman (die mij onthulde dat het verschil gelegen was in buttons-tegen iets, badges-voor iets) geen groot gezag toekende. ■ Dezelfde P.H. Raadsen stelt als interseksueel persoonlijk voornaamwoord zhij voor. Geen slechte oplossing, mits hij (zhij is namelijk een hij, blijkt uit zhijaarn brief) mij een bandje toestuurt met de gewenste uitspraak. Voorlopig blijf ik heaarm dankbaar voor de suggestie. ■ Mr. F. Zeiler geeft als zijn mening te kennen dat de uitdrukking dat haal je de koekoek wel degelijk logisch verantwoord is met haal' als optatiefvorm voor hale. En verder beveelt Zhijler aan om tweemaal Ruth Rutten te spellen. Goed, vooruit, maar op die manier is de aardigheid er wel een beetje af. ■ Gerard van Kerkhof betoogt dat de term regerend schaakkampioen een germanisme is en dat in zijn drie Nederlandse woordenboeken nergens staat dat regerend ook huidig kan betekenen. Ze maken er maar een potje van, concludeert hij. Ik vraag me intussen wel af of er in een Duits woordenboek staat dat regierent ook heutig kan betekenen. (NB. Ik weet het echt niet, ik heb enige tijd vergeefs naar een Duits woordenboek gezocht, dus zodoende.) ■ Ir. J.U. de Bruijn wenst lof toegezwaaid te zien aan de firma UBEL LAGERTECHNIEK in Amsterdam die zich ‘verdeler voor Nederland’ noemt voor zeker merk lagers. Ere uiteraard wie ere toekomt, maar naar mijn weten is de term verdeler in België reeds
geruime tijd gangbaar voor dealer of distributeur. ■ Nu we het toch over België hebben: achterin de bundel Les Fleurs du Mal van Baudelaire komt een reeks anti-Belgische gedichten voor waaronder Un nom de bon augure. Dit gedicht bevat een woordspeling met de naam Lise van Swiéten, die mij volstrekt ontgaat. Wie mij een bevredigende verklaring van het gedicht kan verschaffen komt in aanmerking voor een beloning. Het gedicht luidt in zijn geheel als volgt: Sur la porte je lus ‘Lise Van Swiéten’ / (C'était dans un quartier qui n'est pas un Eden) / - Heureux l'époux, heureux l'amant qui la possède, / Cette Eve qui contient en elle son rémède! / Cet homme enviable a trouvé, / Ce que nul n'a jamais rêvé, / Depuis le pôle nord jusqu'au pôle antarctique / Une épouse prophylactique! ■ Ik neem afscheid van u, maar niet dan na u medegedeeld te hebben dat Willemien niet meer alleen de straat op durft, of alleen in huis, sinds gebleken is dat zij autofiel is.
P.C.U.d.B.