Op zolder kopen
In het Algemeen Dagblad van 23 augustus 1980 stond een groot artikel onder het hoofd ‘Een dag uit het leven van Sjefke Modaal’. Sjefke is het Belgische broertje van onze Jan en het artikel ging over de moeite die Sjefke heeft om het te rooien met zijn Belgische modale inkomen.
Zijn gesprek met het gezin weergevend, konkludeert de verslaggever dat er geen hoge eisen aan de kleding gesteld kunnen worden. Hij citeert de moeder: ‘Ik ga ervan uit dat wij allen er schoon en proper uitzien. En dat is het. Alles wat uit de boetiek komt, kunnen we vergeten. Het merendeel wordt op zolder gekocht, bij u noemen ze dat geloof ik uitverkoop.’
In die laatste zin treft u misschien, net als mij, de uitdrukking ‘op zolder kopen’. Aardig gevonden, nietwaar? ‘Op zolder’ kun je associëren met tweedehands, en ik hoor het de Belgische uitvinder van deze uitdrukking al smalend zeggen tegen zijn buurman die zo trots is op zijn nieuwe jasje: ‘Jaja, zeker op zolder gekocht. Je bent zeker door iemand meegetroond naar zijn zolder, waar hij dat ouwe lor nog had liggen.’
Maar dan blijft toch de relatie met ‘uitverkoop’ onverklaard. Ik denk dan ook dat die Belgische mevrouw iets heel anders gezegd heeft, dan de verslaggever verstond, nl. ‘Het merendeel wordt op soldes gekocht.’ Het Franse soldes betekent immers uitverkoop en zelfs in onverdacht Vlaamse steden zie je dàt woord op de etalageruiten staan en niet het Nederlandse uitverkoop.
Er is nog een derde mogelijkheid, eigenlijk een kombinatie van de eerste twee. Misschien hebben we te maken met een geval van volksetymologie, waarbij van ‘op soldes kopen’ (ik moet toegeven dat dat ‘op’ me niet lekker zit) is gemaakt ‘op zolder kopen’. En dan zou het (ten vierde) ook nog zo kunnen zijn, dat dit (nog) niet een echt geval van volksetymologie is, maar een min of meer ingeburgerde woordspeling met de associatie zolder/rommel. Is er een Vlaming in de zaal?
H.E. Buurman, Zevenhuizen