Voorzetsels met klemtoon
In zijn kleurrijke schets van onze toekomstige taal besteedt de heer Battus ook aandacht aan de klemtoon. Hij beperkt zich tot het woordaccent, dat is het geluidseffekt dat onderscheid maakt tussen kanon ‘soort wet, soort muziekstuk’ en kanon ‘stuk geschut’, of tussen voorkomen ‘uiterlijk’ en voorkomen ‘beletten’. Elk van zijn beide voorbeelden zou een heel artikel verdienen. Bij Amelisweerd horen plaatsnamen als Maasland en Heerhugowaard, die uit de onbekendheid opgedoken zijn, maar ook de door nieuwslezers mishandelde Noordzee en haar Haagse lotgenoten Noordeinde en Voorhout. Sýfilis lijkt een grapje zoals de caméra van Wim Kan, maar het blijft een bittere waarheid dat ‘geleerde’ woorden als diverse, catalogus, consul, extraneus, linoleum, luitenant, onuitroeibare sjibbolets, in veler oren het standsverschil beklemtonen. Monseigneur dr. W.H. Nolens verdeelde zijn landgenoten in alinéa-mensen en alínea-mensen, en wie vrij is van deze soort hoogmoed, mag het zeggen.
Niet minder belangwekkend dan de woordklemtonen, de lexikale accenten zoals de taalkundigen zeggen, zijn de zinsaccenten, zoals het nieuwheidsaccent (‘Ze hebben Pámpus gebombardeerd’) en het tegenstellingsaccent (‘Dat kun je geen wááien noemen, het stórmt’). Ze getuigen niet, zoals de eerstgenoemde, van woordkennis, maar van begrip respectievelijk onbegrip. Als iemand voorleest dat een Russische en een Amerikaanse staatsman in hun overleg tot de slotsom zijn gekomen ‘dat tussen béide volken betere betrekkingen moeten ontstaan’, heeft hij zijn tekst niet voldoende ingezien eer hij voor de microfoon kwam. Verder kan slecht léésonderwijs leiden tot ‘het hinkende paard’, dat is de ten onrechte beklemtoonde werkwoordsvorm aan het einde van een zin: ‘Hij versloeg de Engelse kampioen, die (bij zekere marathonloop) drie minuten later het stadion bínnenkwam’; ‘Het kabinet staat op het standpunt, dat de bevrijding voortaan niet om de vijf jaar, maar jaarlijks moet worden gevíerd’.
Op het terrein van de zinsklemtoon is waarschijnlijk iets nieuws waar te nemen. De volgende voorbeelden komen bijna alle uit het televisiejournaal en zijn opgetekend in juli en augustus 1981.
‘Het verwarde resultaat van een groot aantal stemmingen ín het parlement’ (7 juli).
(Hierover hoort u meer) ‘úit Den Haag van Ch.S.’ (7 juli).
‘De onlusten van de afgelopen dagen ín Londen en in Liverpool’ (8 juli).
‘Meegedeeld tíjdens zijn regeringsverklaring’ (8 juli).
‘D'r komt een zekere frisheid ín... het geheel’ (een der informateurs, 9 juli).
‘Aan het einde ván Oranjemarsen’ (3 juli).
‘Mét de uitspraak van de Kroon is de aanleg van de weg een stuk dichterbij gekomen’ 15 juli).
‘De taakverdeling tússen de ministeries van Sociale Zaken en van Ekonomische Zaken’ (25 juli).
‘Over de noodzaak ván nieuwe onderhandelingen’ (29 juli).
‘Of de fraktie nu ja of nee zegt tégen de voorstellen van de informateurs’ (29 juli).
(B.-S. heeft aangekondigd) ‘terug te keren óm het bewind van A. Kh. ten val te brengen’ (2 aug.).
(De president vertrok) ‘van een militair vliegveld ín Senegal naar Gambia’ (2 aug.).
‘Gezocht werd náár de Ira-aanhangers die...’ (3 aug.).
‘Tót de insluiting hadden de piraten besloten, omdat...’ (3aug.).
‘Het wachten is nu op de aanwijzing ván de formateurs’ (4 aug.).
‘De manier waarop de informateurs hun rapport áán de Koningin hebben uitgebracht’ (4 aug.).
‘Dat er veel minder Nederlands voetbal óp de televisie te zien zal zijn’ (4 aug.).
‘... hebben deze eerste dag gebruikt om áán elkaar te wennen’ (6 aug.).
‘Mét hun vreedzame demonstratie wilden ze’ (betogen dat..., 7 aug.).
‘Ín het westen was het niet warmer dan...’ (7 aug.).
‘Dan zal de Avro geen televisie-uitzending áán het toernooi wijden’ (8 aug.).
‘Tussen... en... zou overeenstemming zijn bereikt óver het vertrek van...’ (9 aug.).
‘Óver dat kabinetsbesluit... was het actiecomité nog niet ingelicht’ (10 aug.).
Aan de Radionieuwsdienst is in mijn aantekeningen maar één geval ontleend, en dat werd in de uitzending van een half uur later (8 juli, 7.30) door juiste voorlezing ongedaan gemaakt:
‘Aán het plunderen werd later ook deelgenomen door blanke jongelui.’
In alle voorbeelden is een voorzetsel beklemtoond in strijd met het taalgebruik van ieder lezer van Onze Taal. We weten allemaal dat een voorzetsel best geaccentueerd kan worden. ‘De volgende keer pro-