Een geheim zonder oplossing
Een opgewekte meisjesstem in Hilversum kondigt aan dat er nu wordt overgeschakeld naar Den Haag, waar de ministerraad al uren bijeen is om een lastig probleem tot een goed einde te brengen. In de Haagse studio zit Jan, die er alles van afweet en dan ook vrolijk van wal steekt. Op het Catshuis is de sfeer uiterst gespannen, want men kan het daar maar niet eens worden over een mogelijke verhoging van de sociale premies. Om uit te leggen hoe dat nou zit trekt Jan het hele register van het sociaal-economische jargon open: de trendvolgers, de aftopping, het modale inkomen, de koopkracht, alles buitelt uit de luidspreker. De toestand is zorgelijk, zegt Jan.
‘Ja, maar,’ zegt zijn vrouwelijke collega in Hilversum, ‘kun je dat hele verhaal nou ook in gewoon Nederlands vertellen? Niemand kan dat toch begrijpen!’
Jan grinnikt even en verklaart zich dan onmachtig zijn relaas in begrijpelijke zinnen te herhalen. Of hij het zelf dan wèl begrijpt? O zeker, maar voor een duidelijke uitleg heeft hij meer tijd nodig dan de één minuut en dertien seconden die Hilversum voor hem heeft uitgetrokken. Het kabinet wankelt. Waarom het wankelt blijft in nevelen gehuld. ‘Dank je wel, Jan,’ roept Hilversum en daarmee is de kous af.
Het is één van die talloze voorbeelden van radioverslaggeving, die zich kenmerken door hun volstrekte overbodigheid. Jan is bij voorbaat geëxcuseerd, want in dit geval - het voorbeeld is niet verzonnen - ging het werkelijk om een bijzonder ingewikkelde procedure en daarvoor heb je meer tijd nodig dan de radio doorgaans ter beschikking stelt. Maar wel blijft de luisteraar met het vervelende gevoel zitten dat de politiek weer eens ver boven zijn petje uitgaat en dat zelfs iemand wiens taak het is hem de problemen uit te leggen in zo'n geval faalt. Die taak heeft de journalist vanouds. Menigmaal schiet hij tekort.
De schrijvende journalist heeft het vergeleken bij zijn collega's van radio en televisie iets gemakkelijker, ook al wordt hij eveneens gehinderd door gebrek aan tijd en ruimte. Maar hij heeft meestal nog wel de gelegenheid zijn kopij over te lezen en te corrigeren alvorens de computer er zich over ontfermt en hij hoeft maar zelden te improviseren, ofschoon het horloge naast zijn schrijfmachine hem ook voortdurend tot spoed maant.