Leer uw valse vrienden beter kennen
Vorig jaar is in Onze Taal (pagina 73, 74) uiteengezet wat in de vertalerswereld onder valse vrienden (faux amis) wordt verstaan: twee tot verschillende talen behorende woorden die kennelijk van dezelfde oorsprong zijn en in spelling nog steeds veel op elkaar lijken, maar in betekenis tegenwoordig enigszins van elkaar afwijken en daardoor een valstrik voor vertalers vormen. Bij de nadere uitwerking bleek het niet zo eenvoudig te zijn om vast te leggen hoe het met dat verschil in betekenis precies zit. Daarom werden de Engels-Nederlandse woordparen die ter illustratie waren bijgevoegd, voorlopig in twee categorieën verdeeld. Lijst A bevatte gevallen die altijd opgaan (oprechte valse vrienden), bijvoorbeeld elders + ouders, rare + raar. Lijst B vermeldde gevallen waarin het betekenisverschil weliswaar meestal optreedt maar in een bepaald tekstverband afwezig is (bedrieglijke valse vrienden), bijvoorbeeld Dutch + Duits, parole + parool.
Er is op dit artikel druk gereageerd. De redactie ontving brieven van mevrouw Van de Vijsel-Verster, mevrouw Schmidtvan Ommeren, de heren Van Donselaar, Grol, Hugenholtz, De Koning, Kruyt, Rohaert, Taal, Van Voorst, Van Sandick, Simonis en Van de Berg. Daarnaast waren er mondelinge commentaren, in het bijzonder van collega Swalef in Brussel. Al deze lezers kwamen met nieuw materiaal, sommigen ook met literatuuropgaven, kritiek op de gegeven voorbeelden of voorstellen voor een andere aanpak. Het zou niet praktisch zijn, deze bijdragen individueel te bespreken, o.a. omdat zij elkaar nogal eens overlappen. Daarom volgt hier een samenvatting van de voornaamste opmerkingen.
1. Een zeer principiële vraag luidt: Welke richting hebben we op het oog wanneer we een vriendenpaar vals noemen? Vertaling uit het Engels ‘naar’ het Nederlands of omgekeerd? De kans op vertaalfouten is in de ene richting soms veel kleiner dan in de andere en deze kans speelt tenslotte een rol wanneer we beslissen of een bepaald woordpaar bij A of bij B hoort of zelfs helemaal niet mag meedoen. Neem bijvoorbeeld chauffeur + chauffeur. (Dit geval is gekozen omdat er ook in ander verband opmerkingen en vragen over zijn binnengekomen. Tevens biedt het gelegenheid om in het voorbijgaan op een aardige subcategorie te wijzen: valse vrienden waarvan de betekenissen niet uiteenwijken, maar waarvan de ene een ruimere betekenis heeft dan de andere.)
In het Nederlands kan de (beroeps)bestuurder van elke soort auto als ‘chauffeur’ worden aangeduid. In het Engels wordt deze term daarentegen alleen maar voor de beroepsbestuurder van een personenwagen gebruikt. Wij noemen zo iemand een particulier chauffeur, privé-chauffeur, of eigen chauffeur, maar we laten die beperkende toevoegingen meestal weg als de bedoeling duidelijk genoeg uit de context blijkt (‘Hoewel ze haar huis nog maar zelden verliet, had ze nog steeds een chauffeur in dienst’). We zullen dit geval niet verder uitwerken, maar het zal duidelijk zijn dat de kansen om door valse vrienden verraden te worden bij het vertalen van een Engelse tekst in het Nederlands heel anders liggen dan bij vertaalwerk in omgekeerde richting.
Als gezegd, een belangrijk discussiepunt. Toch staat men er in de vertalerswereld nauwelijks bij stil. Het hele onderwerp is daar meer een gezelschapsspelletje, zoals in andere kringen het opsporen van verkeerde woordafbrekingen of het bedenken van opzettelijk kreupele sinterklaasrijmpjes. Er is een vaste kern van voorbeelden die ‘iedereen’ kent en die daardoor min of meer als norm gelden. Daaromheen bloeien de nieuwe ontdekkingen op, van de meest briljante vondsten tot de allerflauwste banaliteiten. In een dergelijke sfeer staat de behoefte aan nauwkeurige begripsafbakening natuurlijk niet voorop. Mocht echter ooit iemand een serieuze studie van het verschijnsel willen maken, dan zal hij natuurlijk met waterdichte definities voor den dag moeten komen.
2. Enkele briefschrijvers willen de zaak juist wat luchtiger benaderen. Zij pleiten voor de toelating van woordparen die weliswaar geen gemeenschappelijke oorsprong hebben en geen enkele betekenisverwantschap bezitten, maar de vertaler door hun toevallige gelijkenis in spelling toch op een dwaalspoor kunnen brengen. Vliegt de vertaler erin, dan ontstaat soms grappige onzin. Een der inzenders, die met het woordpaar bier + bier jongleert, spreekt dan ook van ludieke valse vrienden. Anderen komen met woorden als to spit, to wed, boot, peer, pet, slang enz. Niemand wees op de spotprijzen van de vrije oliemarkt in Rotterdam die toch geregeld in de krant te vinden zijn.
Ongetwijfeld is ook dit een aardig spelletje, maar de regels wijken toch wel wat al te sterk af om nog van een variant te kunnen spreken. Misschien aan te bevelen voor taalliefhebbers die aan de problematiek van de serieuze valse vrienden niet genoeg hebben.
N.B. Enkele malen werd ook tegen de spelregels gezondigd zonder dat men leuk bedoelde te zijn. Zo werd voorgesteld de lijsten uit te breiden met tough + tof, shellfish + schelvis en to bale + balen. Moeilijker was de beoordeling van slim + slim. Wetenschappelijk bleek het wel goed te zitten, maar is hier voor een leek nog van een kennelijk gemeenschappelijke oorsprong sprake?
3. De vorig jaar verschenen lijst A (1980, pagina 74) bevatte verscheidene gevallen die deze ereplaats niet verdienen. Iedereen zal bijvoorbeeld na lezing van punt 1 tot de conclusie komen dat de aldaar besproken chauffeur naar lijst B moet verhuizen en misschien wel helemaal niet mag meedoen. Eén lezer meent dat confection wel degelijk ‘confectie’ kan betekenen, een andere