Aantal en paar (een pleidooi voor logisch taalgebruik)
In de hoop dat veel journalisten Onze Taal lezen wil ik wijzen op een vooral onder hen zeer wijd verbreid misverstand. Laat ik, om de mate van wanbegrip aan te duiden, eerst een voorbeeld geven van een onderscheid waarmee de meeste journalisten geen moeite hebben. Het heeft er wel niets mee te maken, maar het is misschien aardig als vergelijking. Ik hoorde een bekende presentatrice (of tor?) voor de televisie zeggen: ‘Deze methode, waarbij (er volgde een lange bijzin), is even fataal dan...’ De goede ziel scheen te denken dat dan netter klinkt dan als, en hoewel het ongetwijfeld tegen haar Hollands taalgevoel moet hebben ingedruist, gebruikte zij voor de zekerheid dus maar steeds dan.
Iets dergelijks nu doet zich op uitgebreide schaal voor met een aantal en een paar. Er is inderdaad een subtiel onderscheid in het gebruik. Van Dale geeft: Die paar kersen mag je nog wel hebben. Je zou er niet over denken te zeggen: Die aantal kersen...; dat zou dan toch zeker dat aantal worden. Maar als onbepaald telwoord verbonden met een substantief gedragen een paar en een aantal zich volgens mij precies gelijk. Alleen de betekenis is verschillend, want een aantal is meer.
Dit aantal is groter dan dat aantal. Dit paar danst beter dan dat. Bij deze wedstrijd was het aantal voetballers groter dan het aantal supporters. Daar zijn aantal en paar als substantief duidelijk onderwerp van de zin.
Het aantal wijnhebbers neemt af, terwijl steeds meer mensen (een steeds groter aantal mensen) van jenever schijnen te houden. Inderdaad, een paar mensen houden van wijn, maar het aantal jeneverliefhebbers is tegenwoordig groter. Want meer en meer mensen, tegenwoordig zelfs een zeer groot aantal, houden van jenever. Dat aantal houdt niet, die mensen houden. Onder de aanwezigen waren er een paar die nog altijd de voorkeur gaven aan wijn, maar het aantal van diegenen die liever jenever hadden was toch duidelijk stijgende, een aantal schuwden zelfs de dronkenschap niet. De groep van mensen die de dronkenschap niet schuwden werd steeds groter.
Een voorbeeld uit De Bedrijfsjournalist: ‘Het aantal onderzoekers dat de publiciteit niet meer uit de weg gaat, groeit volgens hem.’ Wat jammer nu. Dat is nu juist zo'n dot van een kans om te schrijven: ‘Het aantal onderzoeken die de publiciteit niet meer uit de weg gaan, groeit volgens hem.’ Nog twee voorbeelden naast elkaar van een andere bedrijfsjournalist. Eerst zegt hij: ‘...is er in geslaagd zich een plaats te verwerven in de reeks aannemers die werkzaam zijn in de “offshore”.’ Mooi zo. Maar dan - en dit is wel het meest frappante voorbeeld dat ik ooit heb gevonden -: (‘Vervolgens werd een aantal gaten in de rots geboord, dat uitkwam in de ruimte tussen de barrière en de tunnelwand.)’
Laat ik het hele verhaal in twee zinnen samenvatten, en let wel dat de vorm van het werkwoord (meervoud of enkelvoud) de betekenis aangeeft: Een aantal flats is snel neergezet, sneller dan een zelfde hoeveelheid eengezinswoningen, maar hoewel een aantal van die flats geriefelijker zijn dan de voor hetzelfde geld te bouwen eengezinswoningen, de voorkeur blijft uitgaan naar de eengezinswoning. Dat is niet reëel, want al is het aantal flats uiteraard groter, een aantal flats zijn beduidend groter.
Tom Riemers, eindredacteur van Specie (bedrijfskrant van HBG)