Onze Taal. Jaargang 49
(1980)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdPolitiek bewusteloos geconverseerdGa naar voetnoot*‘Wat een gave tas’ hoorde ik laatst iemand zeggen. Dat woord gaaf is tegenwoordig erg in; vooral bij ons, kinderen van 8 tot 18 jaar. Maar niet alleen het woord gaaf beheerst ons taalgebruik. Ook woorden zoals doei (het woord dat de meeste van ons gebruiken als ze weggaan, terwijl er ook de woorden dag of doeg zijn) en verder alle woorden met te ervoor. Bijvoorbeeld zijn er: te gek, te wauw en zelfs ook nog te paard. Deze woorden zijn namelijk ontstaan door de manie om overal te voor te zetten. Maar ook het woord te alleen is al genoeg. Bijvoorbeeld: ‘Die broek is helemaal té, joh!’ Over dit soort woorden heb ik een tijd geleden nog gelezen in een stukje van Helen Kret in een boekje van De Taalshow van de NOS. Helen heeft een heel stukje vol staan met woorden en zegswijzen die in het eind van 1978 in zwang waren bij scholieren. Maar nu nog even terug naar dat woord gaaf. Van Goor's handwoordenboek zegt dat het woord gaaf ongeschonden betekent. In het begin zal het dus ook wel als ongeschonden zijn gebruikt. Als je een nieuwe tas had, was die dus automatisch nog gaaf. Nu is de betekenis verschoven naar mooi, leuk. Je tas hoeft dus niet meer ongeschonden te zijn als hij gaaf is. Dat ongeschonden niet meer de betekenis is voor gaaf bewijst wel dit mooie voorbeeld: ‘Wat een gave mop zeg!’ Ook heb ik nogal moeten lachen om het woord dimmen. ‘Effe dimmen’ hoorde ik nog in de tram zeggen. Er waren namelijk drie jongens, waarvan er twee veel lol maakten en hard lachten. De derde jongen schaamde zich kennelijk voor de andere twee en zei: ‘Effe dimmen, jongens’. Hier in de betekenis van: hou het kalm. Wat zegt Van Goor? Van Goor zegt dat dimmen licht dempen betekent. Het dempen van licht. (Denk maar eens aan een dimlicht van een auto.) Weer een woord, waarvan de betekenis is veranderd. De verandering van ‘dempen’ naar ‘rustig aan doen’ is nu wel duidelijk. Dat dempen kun je namelijk ook voor geluid gebruiken. Als je op een bekken (ook wel cymbaal) slaat, moet je daarna ook dempen, anders klinkt het geluid na. Het is dus ook het wegnemen van geluid. En praten is ook geluid. Dus als je moet dimmen, moet je jezelf wat ‘dempen’: rustig aan doen dus. Maar ik ben nog lang niet klaar. We hebben nog een boel te verklaren. Neem nou maar eens het werkwoord kappen. ‘Ik kap ermee’ betekent: ik houd ermee op. De betekenis van het woord hoeft haast niet uitgelegd te worden, maar waar komt dat kappen vandaan? We kunnen natuurlijk wel denken dat kappen voor een boom er een einde aan maakt, en als je er goed over nadenkt heeft kappen wel iets weg van ergens ruw een einde aan maken. Dit woord valt dus moeilijk te verklaren. Een zelfde soort woord is nokken. ‘Ik nok ermee’ of ‘ik nok af’ zijn mooie voorbeelden. Deze betekenis is helemaal goed te achterhalen. Van Goor weet het precies te vertellen. Als we onder afnokken kijken, zien we staan: na het werk meteen naar huis gaan: ophouden met werken. Verder commentaar is hier dus eigenlijk overbodig. (Maar weer is een punt: waar komt afnokken vandaan?) Even leuk om te vermelden is, dat als je onder nokken kijkt i.p.v. afnokken je een duidelijk verschil tussen de twee woorden ziet. De betekenis van nokken is namelijk: hikken en snikken! We gaan nu verder met de categorie groeten. Op mijn school komen er hoofdzakelijk twee voor. Dat zijn: de ballen en de mazzel. De mazzel is moeilijk te achterhalen, want een woord als dit heeft geen achtergrond. Wel weten we van dit woord de betekenis. Die is namelijk (weer volgens die Van Goor) een winstje, of een goed zaakje. Een bekende uitdrukking is mazzel hebben. Maar nu de ballen. Volgens mij komt dit woord van het woord ballen in de betekenis van geld. Je roept dus eigenlijk iets in de trand van: Het ga je goed of dat je maar veel geld zult krijgen. Korter dus: de ballen. (Andere woorden voor geld zijn poet, pegels, ruggen, flappen e.a. Allemaal vormen die ook op mijn school gebruikt worden.) Affijn, ik nok af en kap ermee omdat ik moet dimmen met dit gave stukje. Ik vond het echt té paard en té gek en zeg nu: doei, de mazzel en de ballen.
Pieter Stroop Barlaeus Gymnasium, klas 2 Amsterdam |
|