Variëteit en variété
Wat is het hiervoormaals? Die vraag dringt zich op als, bij het overlijden van een bekend predikant, een weekblad schrijft dat hij een door velen als nogal simpel beschouwd vertrouwen in een persoonlijk hiernamaals combineerde met een zeer sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de kwaliteit van het ‘hiervoormaals’. Voor hem was het woord Gods er voor de aarde en onze samenleving, niet voor de hemel. Leuk gevonden, dat hiervoormaals, maar het klopt niet. Het hiernamaals is het leven na dit leven; dan kan het hiervoormaals alleen het leven vóór dit leven zijn. En dat hebben èn de predikant èn het weekblad niet bedoeld; er valt trouwens zo weinig over te zeggen. Ze hadden het oog op het aardse leven. Wilde men dat toch aanduiden met een term van de soort ‘hiernamaals’, dan kon ‘hiermaals’ ook niet dienen, want daarin is de tijdsbepaling verdrongen door de plaatsbepaling. Men had het kunnen proberen met het numaals. De hele kwestie is taalkundig niet belangrijk, maar toont wel aan dat logisch denken niet altijd gemakkelijk is.
Is interaktief, dat een Wageningse lezer in het weekblad ‘Computable’ vond, goed Nederlands, vraagt hij. En wat doen we met interageren? Want interaktief staat tot aktief als interageren tot ageren. Van Dale vermeldt interactie: wederzijdse actie op elkaar; wisselwerking. Dan moet ook interactief Nederlands geworden zijn. En waarom dan niet interageren? Het Engels heeft ‘interact’: op elkaar inwerken. Is interageren dan geen anglicisme? Als interactie aanvaard wordt, kun je interageren moeilijk buiten de deur zetten.
Overigens zal de opmars van computer en ‘chip’ een nieuwe vloed van Engels-Amerikaanse woorden over ons brengen, denk ik. Want computermensen spreken in hun vak een heel eigen taal, net als de Eskimo's in het dagelijkse leven. Jargon, neologismen, vreemde woorden en barbarismen onderscheiden ze niet of nauwelijks; soms gebruiken ze een oer-Nederlands woord. Voorspellen hoeveel van de rest in onze taal geaccepteerd gaat worden en hoeveel toch een vertaling zal vinden, staat gelijk met koffiedik kijken.
Maar het zijn niet alleen de computermensen. Managers of aankomende managers van kleine ondernemingen konden onlangs een ‘small business school’ van 25 dagen volgen. In Rodeschool, stond erbij, maar dat zal wel een drukfout geweest zijn voor Redschool, niet ver van Outhouses.
Een Haagse lezer ergert zich aan het gebruik van onvertaalde vreemde woorden. Vergeleken met jaren geleden ziet hij een verbetering op bepaalde gebieden, maar b.v. ‘in de zakenwereld is het droevig gesteld, getuige de vaak “schreeuw-lelijke” reclames op radio en televisie.’ Ja, de reclamewereld geniet van vreemde talen, vooral Engels. De lamswol is lamb wool geworden; scheerschuim is ook verkrijgbaar in een giant bus en chocomel in een mini-pack. Warme mantels zijn warmcoats en er is polyester in een soft uitvoering. Als de lezer vraagt waarom zo geadverteerd wordt, kan ik hem de keus geven uit de volgende motieven (en hij kan er wellicht zelf nog meer bedenken): men hoopt dat de consumentenmassa met ontzag opkijkt naar die prachtige woorden, begrepen of niet; men neemt die woorden klakkeloos over uit het geïmporteerde reclamemateriaal; men weet niet wat het vreemde woord betekent (weinig waarschijnlijk) en kan het dus niet vertalen; men weet dat wèl, maar beschikt niet over bedreven Nederlands (ook weinig waarschijnlijk). Ikzelf kies de eerste oplossing.
Waarom apart met één p en appartement met twee? Vraag van dezelfde lezer. Het Latijnse pars heeft twee betekenissen: zijde en deel. Apart (terzijde, afzonderlijk) is uit het Frans (à part) tot ons gekomen; appartement via het Frans uit het Italiaans: appartamento. Het Italiaanse appartare betekent scheiden of splitsen. En ginder of ginter? Allebei goed. Verder: ronde of rondte? Rondte is rondheid; in de rondte is in een kring. Ronde kan zijn een (wieler)-wedstrijd, die eigenlijk zou moeten eindigen waar hij begon, maar dat vaak niet doet (Ronde van Frankrijk); een vaste rondgang van nachtwakers en andere toezichthouders; deel van een sportcompetitie of wedstrijd; ook geruchten doen de ronde. In het Zuidnederlands is ronde soms synoniem met rondte of rondje. Tenslotte: als ik hem was of als ik hij was? Hem; als een voornaamwoord naamwoordelijk deel van het gezegde is, wordt het naar de vorm object.
Wij Nederlanders zijn geen beweeglijk volk. We spelen geen voetbal, we beoefenen geen judo, we zijn geen lid van een atletiekclub, we nemen geen dansles, we leren niet voor musicus, we studeren geen talen, we bekwamen ons niet in het kunst-schilderen. We zijn wel wijzer. We zitten op voetbal, we zitten op judo, we zitten op atletiek, we zitten op dansles, we zitten op 't conservatorium, we zitten op Frans, Duits of Engels, we zitten op schilderen. We zitten overal, zelfs op gymnastiek en ballet. We zitten ...
M.C. Godschalk