1. | harteloosheid |
2. | argeloosheid |
3. | ordeloosheid |
4. | zorgeloosheid |
5. | troosteloosheid |
6. | kinderloosheid |
7. | krachteloosheid |
8. | waardeloosheid |
9. | tandeloosheid |
10. | bodemloosheid |
Hebt u dat gedaan? Nee, eerst doen en dan pas verder lezen! Als u het eens bent met Van Dale, zoudt u het accent hebben laten vallen op ‘loos’ in geval 2, 3, 6 en 10, op de eerste lettergreep in geval 4, 5, 7 en 9, en zou het accent wisselen in geval 1 en 8. Van alle drie genoemde categorieën heb ik meer voorbeelden verzameld, maar die bespaar ik u. Ik vond bovendien nog een kleine, vierde categorie met twee klemtonen (voorbeeld: eindeloosheid). Terloops vermeld ik nog dat er in sommige gevallen geen eenstemmigheid in beklemtoning bestaat als men een vergelijking maakt met het woordenboek van Koenen-Endepols (een oudere druk). Overigens miste ik bij Van Dale de woorden staatloosheid, ademloosheid en meedogenloosheid. Blijft de vraag of Van Dale (of bewerker Kruyskamp) een bepaalde regel gehanteerd heeft (ik heb die, als leek op taalgebied, niet kunnen ontdekken) of is hier het ‘algemeen spraakgebruik’ als richtsnoer genomen? Wat dat laatste aangaat heb ik mijn twijfel, want als men denkt aan het woord ‘kinderbijslag’, waar het accent toch vrij algemeen op de lettergreep ‘bij’ wordt gelegd (overigens tot mijn afgrijzen), dan blijkt Van Dale (gelukkig!) dit gebruik niet te volgen (en zelfs niet te noemen). Doch een enkel voorbeeld zegt misschien weinig.
Hoe het ook zij, zolang mij geen logisch aanvaardbare regel voor de klemtoon bij deze ‘-loosheden’ wordt gegeven, zal ik volharden in mijn ketterse neiging het accent in deze samenstellingen niet op ‘loos’ te laten vallen.
H. de Jager, Oss