Onze Taal. Jaargang 49

Taalfouten in Onze Taal

‘Overigens lijkt het erop dat deze werkzaamheden weer nieuw leven worden ingeblazen’, schreven we in ons artikel Vaktalen (1) in het juninummer van Onze Taal. Fout natuurlijk. Worden moet wordt zijn, want het onderwerp van de betreffende zin is nieuw leven. Enkele lezers namen de moeite om ons op deze ongerechtigheid te wijzen. Schaamrood... juist.

Een kleine troost is de mededeling van W.B. Rombouts dat hij deze fout in heel wat zinnen tegenkomt. Wij hebben zelfde indruk dat zij vooral gemaakt wordt in min of meer vaste uitdrukkingen waarin het grammaticale onderwerp niet het ‘gespreksonderwerp’ (datgene ‘waar de zin over gaat’) is. Voorbeelden: de rellen wordt (worden) de kop ingedrukt, de plannen wordt (worden) de bodem ingeslagen, de opstandelingen wordt (worden) de voet dwarsgezet. Zulke zinnen gaan niet over de kop, de bodem of de voet, maar over de rellen, de plannen en de opstandelingen. Vandaar misschien de verleiding om het meervoud te gebruiken. Oppervlakkig gezien lijken ze ook sterk op zinnen als: de illegalen worden het land uitgezet. Maar ja, oppervlakkigheid hoort bij schrijvers in Onze Taal verboden te zijn.

Een andere fout in ons artikel was de spelling van de Duitse termen Wissenschaftsprache en Handwerkerssprache. De heer H.E.W. Kielich uit Hengelo (O) wees ons erop dat de juiste spelling Wissenschaftssprache, respectievelijk Handwerkersprache is. Die verbindings-s! Hij geeft overigens zelf de voorkeur aan de termen Sprache der Wissenschaft (of der Wissenschaftler), respectievelijk des Handwerks (of der Handwerker). Die termen zijn we in de Duitse literatuur (nog) niet tegengekomen.

Dezelfde heer Kielich, die zich in het juli/augustusnummer van Onze Taal liet kennen als kenner van de modewoorden met name, stellen, gaan en termijn, betrapte ons op het veelvuldig gebruik van nóg zo'n modewoord: naast, in zinnen als: naast het kennisaspect is er ook een sociaal aspect. ‘De naastziekte teistert u!’, luidt zijn diagnose. De lezer zij gewaarschuwd voor besmetting.

Egbert Woudstra, Michaël Steehouder

TH Twente