Van woord tot woord
Volksetymologie 6
Categorie 3 heb ik u beloofd. En categorie 3 zult u krijgen. De argeloze lezer die dit blad voor de eerste keer onder de ogen krijgt of die het om de een of andere reden enkele maanden niet heeft kunnen lezen, zal niet weten waar hij aan toe is. Categorie 3? En boven dit stukje staat ‘volksetymologie 6’! Hoe zit dat? Ten behoeve van deze lezer - en mogelijk ook ter opfrissing van het geheugen van wat andere lezers - een korte samenvatting van het voorafgaande.
Volksetymologie is een verschijnsel dat niets met etymologie te maken heeft. Het geeft geen woordverklaring, maar het houdt woordvervorming in. En wel een bepaald soort woordvervorming. Een pure aanpassing van vreemde woorden aan het Nederlandse klanksysteem, zoals krant uit het Franse courant en bief uit het Engelse beef, wordt er bijvoorbeeld niet toe gerekend. Wel klankassociaties die resulteren in een combinatie, een samenstelling van al eerder bestaande Nederlandse woorden, zoals jakhals en scheurbuik. Dergelijke vervormingen, uitsluitend gebaseerd op klankassociaties, behoren tot de eerste van de drie categorieën, waarin men het verschijnsel volksetymologie kan verdelen.
Tot de tweede categorie, waarbij behalve klankassociaties ook begripsassociaties een rol spelen, zou men scheurbek kunnen rekenen, een nevenvorm van scheurbuik, die schijnt voor te komen in het land van Waas en Vlaanderen. Deze ziekte wordt immers onder andere gekenmerkt door ontstekingen en bloedingen van het tandvlees, ‘scheuren van de bek’ dus. Ook het tweede gedeelte van biefstuk hoort bij deze groep. Het heeft een ander soort volksetymologische vervorming ondergaan dan het eerste gedeelte van rosbief. Beide zijn het leenwoorden uit het Engels: beefsteak en roastbeef. Beef heeft het Engels trouwens uit het Frans gehaald (boeuf = rund), maar dat is weer een ander verhaal. - Ik denk er overigens over om na afloop van deze serie eens een reeks stukjes te schrijven over de avontuurlijke zwerftochten van leenwoorden. Dit even terzijde. - In het Nederlands is beef vrijwel onveranderd overgenomen, maar roast niet, evenmin als steak.
Roast, dat ‘geroosterd’ betekent, werd volgens het volksetymologische principe van categorie 1 vervangen door ros. Geen betekenisassociatie. Steak betekent ook ‘geroosterd’, ‘gebakken’. Het is eigenlijk afkomstig van een oud Scandinavisch woord, dat samenhangt met het Nederlandse steken: het vlees werd aan een spit gestoken om geroosterd te worden. - Het huidige Zweedse werkwoord steka betekent ‘bakken’, ook wanneer daar geen