Variëteit en varété
De Postgiro en Rijkspostspaarbank heeft het op het ogenblik even moeilijk met de taal en ook met de voorlichting daarover. Het blad Neerlandia vertelt dat het bedrijf een ‘reisboek’ voor jonge mensen heeft uitgegeven en dat daarin over België te lezen staat: ‘Zoals je weet, spreekt de ene Belg een verbasterd soort Nederlands dat hij Vlaams noemt en de andere een plat soort Frans, het zgn. Walloons. Hoewel de Walloniërs ook officieel tweetalig zijn, houden ze zich doof voor Vlaams of Nederlands. Wil je in een Walloons café afrekenen, dan heeft het geen enkele zin de ober in het Nederlands te ontbieden.’
Je zou zeggen: wat een land, waar niemand een fatsoenlijke taal spreekt! De één verbasterd Nederlands, waaraan hij dan nog een naam geeft ook; de ander een plat gebrabbel dat Walloons heet, wat dat dan ook moge zijn. Ja, dat zou je zeggen, als je niet beter wist dan het ‘reisboek’ van die PTT-dienst. In waarheid vraag je je af, wie al die onzin bij elkaar heeft geklungeld. Dat moet iemand zijn die nog nooit van Zuidnederlands heeft gehoord, die meent dat geen Belg ‘behoorlijk’ Nederlands of Frans spreekt, die aan dialecten alle waarde ontzegt, die de woorden Waal en Waals niet kent, die weinig weet van de taalwetten in België, die waarschijnlijk zelden in België is geweest en het dan allerberoerdst heeft getroffen. Een stuk ‘voorlichting’ dat de PTT beter in een van zijn kluizen had kunnen opbergen.
Dezelfde dienst heeft ook nog een reclamedrukwerkje over zijn beleggihgs- en spaarrekeningen uitgegeven. Daarin staat: ‘Beleggingsrekeningen zijn spaarvormen die een hoge rente opleveren mits een opzegtermijn in acht wordt genomen. Die termijn kunt u zelf kiezen en kan variëren van 3,6, 12, 24 tot zelfs 36 maanden.’ In een samengetrokken zin ‘termijn’ dus eerst als voorwerp, daarna als onderwerp. Maar die ontsiering is onbelangrijk naast de nonsens van het ‘reisboek’.
Er moet toch een Nederlands woord voor remedial teacher gevonden worden, schrijft mij de heer A.M. de Vries in Schijndel, die deze functie-aanduiding in ‘De Vacature’ heeft gelezen. In dagbladadvertenties verschijnt ze overigens ook wel. Ze is de Amerikaanse naam voor een nieuw beroep in het onderwijs, voor een leerkracht die verkeerde studiegewoonten bij leerlingen moet trachten te corrigeren en de bekwaamheid - misschien beter het leervermogen - vergroten. Maar een Nederlands woord! Je kunt denken aan studiedocent of studeerdocent, zo'n woord gebruiken en dan de bezwaren afwachten, die meestal worden aangevoerd tegen pogingen, voor in het buitenland geboren begrippen Nederlandse benamingen te introduceren.
Over de betrekking tussen het Nederlands en de vreemde talen valt trouwens altijd wel iets te zeggen. Bij voorbeeld: waarom heet de van ouds bekende noga nu in de Sterreclame voor een merk repen ineens nougat? Waarom die aanstellerij? De noga wordt er niets lekkerder door. En als u springmeester wilt worden, werp u dan niet op de atletiek, maar volg een cursus bij het Veiligheidsinstituut in Amsterdam. Een lezer verblijdt ons met een mededeling daarover in ‘Vraag en aanbod’. Tot de vakken waarin u examen moet doen behoort de springtechniek. Er hangt een germanistische geur om dit alles, en de bron daarvan: wat de Duitsers ‘sprengen’ noemen, heet in goed Nederlands niet ‘springen’, maar ‘laten springen’.
De heer J.J. Boerma in Haren (Gr.) stuurt ons een advertentie over ‘boekenkrullen’, verschuifbare boekensteunen. ‘Ideaal voor moderne boekenkasten, die niet geheel uitgevuld behoeven te zijn.’ Is dat even mooi Duits? Want ‘ausfüllen’ betekent geheel vullen, volmaken; ‘uitvullen’ betekent niets. Tragische bijzonderheid is, dat de advertentie is verlucht met zes woordenboeken, waaronder het Duits-Nederlandse en het Nederlands-Duitse.
Willy van Hemert, regisseur van de TV-serie ‘Dagboek van een herdershond’, heeft van dat gegeven aan de hand van Jacques Schreurs' ‘Kroniek ener parochie’ een roman gemaakt. Hij schrijft daarin een anglicisme dat ik niet eerder gezien had: ‘De Hertog (een mijningenieur - MCG) keek hem blankaan.’ Als het woord ‘uitdrukkingsloos’ bestaat, is dat wat Van Hemert bedoelde.
‘“Heb je dat boek gekocht?” - “Nee, dat heb ik van Jan gehad”.’ Dit blijkt bij jonge mensen de gewone uitdrukking te zijn in de betekenis ‘gekregen’. Waar