Stellingen van drs. C.M. Bolle.
Drs. C.M. Bolle is directeur van het Gemeentelijk Onderwijskundig Bureau te Groningen. Hij is oud voorzitter van de Commissie Modernisering Moedertaalonderwijs.
1a. Wij ontberen een betrouwbaar middel om na te gaan of de taalbeheersing van de Nederlanders vooruit of achteruit gaat. Eveneens kunnen wij niet vaststellen of de taalbeheersing in ons land geringer is dan die bij ons omringende volken.
1b. Er werd en wordt heel wat geklaagd over het taalverval bij de Nederlanders. Wanneer die klachten op een juist oordeel hadden berust, zou het Nederlands (eventueel mét de Nederlanders) reeds zijn uitgestorven.
2. Het deelhebben aan de samenleving stelt in onze tijd aan veel meer mensen veel hogere eisen op het gebied van de schriftelijke én mondelinge taalbeheersing dan vroeger het geval was.
3. Een veroordeling van iemands uitspraak of zinsbouw is maar al te vaak een alibi om niet op z'n denkbeelden in te gaan. Het aanstrepen van een spelfout leidt vele malen tot het veronachtzamen van de zinsinhoud.
4. Een goede taalbeheersing omvat ook helder inzicht in en een juiste houding ten aanzien van de grote verschillen in taalgebruik die er voorkomen.
5. Wil ons onderwijs goed kunnen voorbereiden op de eisen die in onze tijd aan taalgebruikers worden gesteld, dan zal
- | voor elke leraar in het basis- en voortgezet onderwijs de functie van taal bij alle leren en in de communicatie duidelijk moeten zijn, |
- | in de opleiding van elke niet-moedertaalleraar een zwaar onderdeel linguïstiek en taalbeheersing moeten worden opgenomen; onvoldoende voor dit onderdeel maakt ongeschikt voor het leraarschap, |
- | de leraar-moedertaal bij het voortgezet onderwijs moet worden ontlast door hem een geringer aantal wekelijkse lesuren te geven; wel komt hem een coïordinerende taak toe bij taalaspecten in het gehele onderwijs, dat immers in zo hoge mate taalonderwijs is. |