Onze Taal. Jaargang 48
(1979)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermdHoorbaar soep lepelenHarry Mulisch heeft destijds op tamelijk scherpe wijze stelling genomen tegen spellinghervormersGa naar eind1.. Zijn getalmatige benaderingGa naar eind2. moge wat lachwekkend aandoen, het toont in elk geval aan dat het geschreven Nederlands aan de vooravond zou staan van ongekende officiële veranderingen. Nog daargelaten dan de wensen van hen, die voorstaan dat wat wordt geschreven een weergave dient te zijn van wat wordt gezegd. Zulke ‘fonologisten’ zouden dan zinnen schrijven als ‘het ij is aut’, ‘het î is oet’, ‘het ee is ïot, of ‘het aai is olt’, als ze zeggen dat het ei niet meer vers is. Gaan we eens terug naar de basis. Was in oorsprong de geschreven tekst om door Jan en alleman gelezen te worden? Men mag het betwijfelen. Immers het getal der alfabeten was tot de uitvinding der boekdrukkunst bijzonder laag. Wie zou dan lezen? Veeleer lijkt dat toen teksten werden genoteerd - fonetisch, elk op zijn eigen wijze - om door een of meer mensen te worden voorgelezen of gereciteerd. De toehoorders leerden, genoten, werden gewaarschuwd of luisterden naar zaken van onbekende tijden en streken. Als ik mij niet vergis was het de eerste der Kerkvaders, St. AmbrosiusGa naar eind3., die zijn omstanders verbaasd liet staan: hij las zonder geluid en zelfs zonder zijn lippen te bewegen. Hij, met als kenmerk een grote welsprekendheid, demonstreerde dat men de betekenis van woorden en zinnen kon weten zonder ze te horen. Zijn ‘stil lezen’ is thans algemeen. Evenwel, op grond van zinsbouw en woordgebruik, moeten we aannemen dat nagenoeg alle vroege teksten - ook in het Middelnederlands - bedoeld zijn om te aanhoren, of om hard-op te lezen. Dit geldt trouwens ook voor veel teksten die daarna geschreven zijn. Zo gezien zijn de 24 spellingwijzen van ‘cadeau’ niet zo vreemdGa naar eind4.. Alleen, wie heeft nog de tijd om alles wat hij wil lezen (stilletjes) te vocaliseren? Of is er een heimelijke wens straks weer alleen maarte willen laten luisteren?
Ernst W. Hoonakker, Oss. |