hoort of ziet bezigen? Eendracht maakt macht! ■ De vrouw van een hereboer is een herenboerin. Heeft wel iets pikants, nietwaar? ■ Misschien vindt u, dat ik speel, door in herenboerin een -n te veel binnen te smokkelen. (U zou bijvoorbeeld kunnen tegenwerpen: ‘de vrouw van een groenteboer is toch ook geen groentenboerin?’. Die slag is U!). Maar toch ben ik in goed gezelschap. Van Dale immers vertelt ons, dat een Pyrrusoverwinning genoemd is naar koning Pyrrhus. Ha ha. Omissie van de (niet uitgesproken) h lijkt me niet minder inconsequent dan invoeging van de n. Dank aan Mijnheer Van Apeldoorn voor het bericht omtrent de Pyrrusoverwinning. ■ Niet na herhaalde verzoeken gaf ze schoorvoetend toe dient geschreven te worden tot Pas na herhaalde verzoeken of tot Niet dan na herhaalde verzoeken. ■ Slimme taalkundige rakkers zouden de bovengenoemde door mij gewraakte zin correct kunnen vinden op grond van de argumentatie: er heeft hier dan-deletie plaats gevonden. Mijn antwoord? Leuk hoor, met maar niet heus-deletie. ■ Een leuke discussie met letterkundigen meegemaakt. Hoe moet De Vlaschaard van Stijn Streuvels uitgesproken, resp. gesplitst worden? Er zijn drie theorieën: de eerste: de ch wordt uitgesproken omdat de splitsing luidt: Vlas-chaard (= vlastuin). De tweede hypothese zegt: nee, de splitsing is vlas-aard, vroeger geschreven vlasch-aard. Derde theorie: de splitsing is inderdaad vlasch-aard, maar de uitspraak vlas-ch-aard is correct, als men vlaschaard op z'n westvlaamsch uitspreekt. Wie van de drie? ■ Kan een
damesrijwiel weduwe zijn? Kennelijk wel, blijkens een Leeuwardense advertentie die damesrijwiel (weduwe) en 2 meisjesfietsen aanbiedt. A.A. Knuijver uit Harrum gaf de tip door. ■ De grap met de herenboerin komt overigens van Truusje. ■ Uit het provinciaal maandblad Drenthe: ‘In Drenthe wonen naar schatting zo'n vier- tot zestienhonderd analfabeten en halvabeten’. Qua schrijfwijze is een halvabeet prima, doorzichtig. Maar u moet wel beseffen dat een halvabeet juist niet kan schrijven. Als hij zijn halvabetisme onder woorden wil brengen, zal hij dat mondeling moeten doen. De kans nu is groot dat de uitspraak: ‘Ik ben halvabeet’ voor de niet-kritische luisteraar amper te onderscheiden is van ‘Ik ben alfabeet’. ■ Wat zou trouwens een anhalvabeet zijn? De vraag is misleidend, want het Griekse voorvoegsel a(n) voor een h brengt verlies van de h teweeg (vgl. hodos = weg en anode, haima = bloed en anemie). Een anhalvabeet is dus een analvabeet. Dit lijkt gewoon fout geschreven, maar weet een anhalfabeet veel. ■ In een recent artikel over de opvang van drugverslaafden in De Volkskrant wordt gewag gemaakt van laagdrempelige voorzieningen. Dit woord zal voortspruiten uit een prijzenswaardige behoefte, om de term low threshold te vermijden. Maar toch lijkt deze vorm mij geen succes. Misschien omdat het woord laagdrempelig zelf een sociale barrière oproept. (Het is dus zeer heteroloog.) ■ Zegt u: de president cum suis is gearriveerd of zijn gearriveerd? Misschien kies ik voor het laatste, hoewel een latinist deze keuze niet zal appreciëren. De reden hiervoor: je zegt nu eenmaal niet de president met de zijnen is gearriveerd, maar
de president en de zijnen zijn gearriveerd. Iets dergelijks, veronderstel ik. Maar eigenlijk is het fout. En eigenlijk weet ik ook niet wat ik zelf in zo'n geval zeg. Het probleem deed zich bij mij pas voor toen ik in een artikel ergens zowel het meervoud als het enkelvoud gebruikt zag. ■ Is de Belg van huis uit Italofiel en de Nederlander Germanofiel? Waarom zeggen Nederlandstalige Belgen dan zo vaak autostrada tegen de autoroute, terwijl Nederlanders de autoweg hardnekkig als autobaan betitelen (en soms zelfs autobahn schrijven)? Evengoed een plezierige vakantie gewenst, voorzover dat thans reeds op u van toepassing is.
P.C.U.d. B.