Onze Taal. Jaargang 48

Ge9heid bot4en

Met grote belangstelling las ik uw juli/augustusnummer over het Opperlands; misschien geeft dat de oplossing voor mijn bezwaren tegen het huidige Nederlands. U moe2ten, dat ik me 3dere dag aan erger, welke t5el8ige taal de krant, radio en televisie soms gebruiken als ze hun wellusten bot4en op wat ze denken dat goed Nederlands is. Het is mij tot een ob6sie geworden, want x11 volg altijd de stelregel: een enkele dwaling akkoord, maar altijl2out!

Totdat ik plotseling dacht: w8e7! Onze Taal heeft zojuist het Opperlands behandeld, zou dat 1 oplossing zijn? G1 Nederlands meer maar Opperlands? Ik nam uw nummer zeer grondig door en m1de mijn ge9heid voor Onze Taal het beste te kunnen bewijzen door de navolgende toevoeging (als 10 iet juist is, dan gaarne mijn verontschuldiging): Onder het hoofd ‘Gapen en scheiten’ miste ik 1 door 1 vorige generatie met veel moeite en overredingskracht verworven recht te weten het kouwevriesrecht. Wellicht ten overvloede zij vermeld, dat misschien wel vijfentwintig jaar geleden de-

[p. 13]

gene die voor de radio het schouwspel op Prinsjesdag moest vertolken, de gouden koets beschreef als de met acht pannen bespaarde koets.

Dat u bij uw alfabet de x weergeeft met x-benen, pleit voor u; ik ben blijkbaar egocentrischer ingesteld en gebruik gaarne afkortingen x11 voor ikzelf.

J.F.H. Bosch, Bilthoven.