Het salon
Er zijn inderdaad veel woorden die in het Frans mannelijk of vrouwelijk en in onze taal overgenomen onzijdig zijn. Soms krijgt een zelfstandig naamwoord dat oorspronkelijk alleen mannelijk is een het-woord naast zich, zoals bijvoorbeeld commentaar, dat een veertig jaar geleden nog alleen als de-woord in de woordenboeken stond aangegeven. Zoals bekend heeft de het-vorm soms iets denigrerends. Of dit met flat (een mooie flat, wat men niet zelden hoort) ook het geval is?
Dat de salon de oudste papieren heeft, met andere woorden dat pas later naast de salon het salon is opgekomen, lijkt wel zeker. De woordenboeken geven in samenstellingen ook mannelijk en onzijdig: kap(pers)salon, melksalon. Maar of ooit iemand het kapsalon in de mond heeft gehad valt te betwijfelen.
Het woord salon kan, zoals men weet in Frankrijk en vooral dan in Parijs ook betekenen tentoonstelling: van schilderijen, van auto's enzovoort. In die gevallen zou de vertaling de salon wel gewenst zijn. De Franse uitgave van Larousse (1975) zegt dat men in die betekenis salon met een hoofdletter schrijft! De argumentatie die de Nederlandse romanschrijver gebruikte tegenover zijn Vlaamse collega was natuurlijk onzinnig (zie het juninummer van Onze Taal). Maar het is toch ook niet juist willekeurig de salon en het salon te gebruiken, al geven de woordenboeken dit woord dan ook mannelijk én onzijdig.
Hoe zou men eigenlijk te weten kunnen komen hoeveel malen een bepaald woord de de-vorm heeft naast de het-vorm? Wie of wat zou men daarvoor moeten raadplegen? De Lijsten van Woordfrequenties, onder redactie van P.C. Uit den Boogaart, geven hieromtrent geen uitsluitsel.
De Vlaamse dichter Jan van Wylen heeft in een geestig sonnet, getiteld Oud Salon, deze ouderwetsdeftige ontvangkamer met veel ironie beschreven.
B. Coebergh, Haarlem.