Positief taalgebruik?
Ik heb altijd moeilijkheden gehad met de beantwoording van de vraag om instemming met iets, bijvoorbeeld: ‘Vind je dát nou niet mooi?’. Volgend het normale gebruik zou je, als je het óók mooi vindt, ‘Ja’ moeten zeggen. Larie! De zin klopt dan niet meer, daar er eigenlijk wordt gezegd: ‘Ja, dat is niet mooi’, terwijl het tegenovergestelde wordt bedoeld.
Op school en thuis heb ik geprobeerd om dergelijke vragen met ‘Nee’ te beantwoorden. Dit is ontzettend simpel te doen, maar aan alle kanten word je voor gek verklaard, zelfs nadat je de mensen óverduidelijk hebt gezegd: ‘Nee, hartstikke mooi, zeg’.
Het meest logisch is misschien de vraagstelling aan te passen, daar men, door de vraagstelling wat eenvoudiger te houden, een gemakkelijker te begrijpen antwoord krijgt. Voorbeeld: ‘Vindt u ook?’ in plaats van ‘Vindt u ook niet?’. Als alles zo doorgevoerd wordt als ik hier heb beschreven, zal er door de ‘exacte’ antwoorden veel minder ‘Nee’ gezegd hoeven te worden, hetgeen de wereld heel wat positiever maakt. Men moest namelijk in 99 van de 100 gevallen ‘Nee’ antwoorden op een vraag die om instemming vroeg.
Nu stelt de volgende vraag (met zijn antwoord) het honderdste geval voor (wat óók z'n charme heeft): ‘Zou je dat niet even gauw doen?’ ‘Ja, hoor’. Op deze manier kan men met een stralend gezicht iets weigeren. Dát is pas positief, vindt u ook niet?
A.G. de Greeuw, Medemblik.