Inversiefout
Als lerares-Nederlands, sinds enige jaren mij bezig houdend met (onder andere) het opleiden voor het P.D.-Bedrijfscorrespondentie, waarbij het met één oogopslag herkennen van ‘foutieve inversie’ eenvoudig een ‘must’ is, wil ik graag reageren op het stukje van M.C. Godschalk in het juni-nummer van Onze Taal, waarin hij zegt de fout niet te zien in de zin: Woedend kwam de makelaar binnen en zei: ‘Het moet nu uit zijn met die comedie’, die P.C.U.d.B. opgaf in Onze Taal van de maand daarvoor.
De genoemde zin hóéft ook niet fout te zijn! In het geval dat er bedoeld wordt: Woedend kwam de makelaar binnen en woedend zei de makelaar: (....) is hij goed.
In deze laatste zin is er zowel in het eerste als in het tweede gedeelte inversie, beide keren veroorzaakt door de vooropgeplaatste bepaling woedend.
In de zin: Woedend kwam de makelaar binnen en zei: (...) is het onderwerp de makelaar ‘samengetrokken’, dat wil zeggen weggelaten in het tweede gedeelte. Nu is het samentrekken van het onderwerp alleen geoorloofd als dat onderwerp op dezelfde plaats ten opzichte van de persoonsvorm staat als in het eerste deel van de zin. Daaruit moet worden afgeleid dat het weggelaten onderwerp de