[Mededeling]
□□□□□
□ Postcode. Oh ja. □ De h achter O is niet van mij, maar van de post, als u begrijpt wat ik bedoel. Of controleert u nooit of de postzegels op uw inkomende post afgestempeld zijn? □ Wat mij betreft kan
die h achter de o in het Nederlands beter zo snel mogelijk verdwijnen. O zo. In het postcode-geval bracht de overbodige h mij zelfs op een dwaalspoor. Visueel was voor mij de overeenkomst met Oh yes zo groot dat de tekst op mij eerder overkwam als de sound van rock en beat dan als de reminder aan een voor mij voor alsnog vrij wezenloos ambtelijk ritueel. U weet wel, Oh yes, I'm the great postcoder. □ Nu we het over ambtenarij hebben: wat is de overeenkomst tussen mode-uitdrukkingen als ergens vraagtekens bij plaatsen, enkele kanttekeningen bij iets maken, (niet) weten hoe je een bepaalde taak moet invullen? □ Vroeger werden niet alleen de puntjes op de i gezet, maar werd er ook tussen de regels door gelezen. In het huidige tijdsgewricht schrijven we alleen nog maar: aan lezen komen we niet meer toe. Dat lijkt althans een niet onhoudbare conclusie, als we op het taalgebruik in sommige dissertaties afgaan. □ Niets wat ik zeg, is helemaal waar. Dat weet iedereen. Laat iedereen zich dat in de oren knopen. □ Sommige mensen lezen nog wel. Zo bericht A. Jager uit Deventer, dat hij in een artikel in Vrij Nederland gelezen heeft. ‘De reel krijgen we gratis, maar er moet meer aan mailing naar de scholen gedaan worden, vanwege de frappe en lichte ontroering. Er zit geen ramsj bij.’ Behalve die reel, heb ik eigenlijk geen moeite met de woorden in die tekst. De zin ontgaat me wel, dat wel. □ Zeer onlangs in één nieuwsuitzending, wat zeg ik, één nieuwsbericht zowel het adjectief Zaïrisch (ca. 8×) als het synonimem Zaïrees gehoord. Het laatste slechts twee keer, terwijl ik tot dusverre niet beter wist of Zaïrees was de enige correcte omschrijving voor ‘afkomstig uit
Zaïre’. □ Weer terug naar onze mailing. Mevrouw De Bliek-Kist uit Den Haag vertelt de juiste toedracht betreffende het verhaal naar aanleiding van Charivarius en zijn manie tegen het woord ‘vanaf’. Een inzendster stelde aan de rubriek ‘De fnaffers en de fnuiters’ van Charivarius in de Groene Amsterdammer de vraag: ‘Hoe moet het met “Jupiter donderde vanaf de Olympus!’ Charivarius, zo schrijft mevrouw De Bliek, wist niets moedigers te bedenken dan ‘Kleine ondeugd!’ □ Een vierkantje uit het jaar 1977 (vijflettergrepig is vijflettergrepig) heeft Prof. Bottema geïnspireerd tot een stukje over heterologe woorden in het januarinummer van dit jaar. H. Brandt Corstius reageert hierop in het aprilnummer. Hij ontdoet de zin ‘heterologisch is heterologisch’ van zijn paradoxaal karakter door op te merken dat de term ‘heterologisch’ nooit op het woord ‘heterologisch’ van toepassing kan zijn, daar het laatste geen adjectief, maar een substantief is. Deze redenering is een beetje al te gemakkelijk, en lijkt inderdaad op de manier waarop Bertrand Russell de logische paradox oploste: technisch is er een probleem uit de wereld geholpen, maar intuïtief blijft er wel degelijk wat wringen. Dit vierkantje wordt vervolgd.
P.C.U.d.B.