De Schwarzwald?
Een document waarin de Deense Volksvertegenwoordiging werd aangeduid als de Folketing heeft ons aan het denken gezet over de lidwoorden die we gebruiken bij buitenlandse namen van instellingen, wateren, bergen en dergelijke. Blijkbaar trekken we ons erg weinig aan van het geslacht in de oorspronkelijke taal en nemen we gewoon het lidwoord dat ons het gemakkelijkst in de mond ligt of dat behoort bij een overeenkomstig Nederlands woord. We spreken van het Louvre (denken we aan het museum?), het Schwarzwald en het Teutoburgerwald (hoewel Wald mannelijk is - maar woud is onzijdig), het Bois de Boulogne (bois is mannelijk, maar bos is onzijdig), het Prado (weer het museum), het Lago Maggiore (want een meer is onzijdig), het Elysée (denken we aan het paleis?), maar anderzijds van de Matterhorn, de Finsteraarhorn enzovoort (de berg, terwijl alle op -horn uitgaande bergen in het Duits onzijdig zijn). Verder heet de zeestraat die in het Deens met het onzijdige Sundet, het Sund, aangeduid wordt, al sedert de Middeleeuwen bij ons de Sont (samengetrokken uit Sundet, waarna men, niet beseffend dat de uitgang -et al een lidwoord aangeeft, er nog eens een nieuw lidwoord aan heeft toegevoegd?).
Natuurlijk zijn er tal van andere woorden, waarin we hetzelfde lidwoord gebruiken als in de oorspronkelijke taal: de Mont Blanc bijvoorbeeld. Een regelmaat is er kennelijk niet. We mogen doen wat we willen. Zo is het ook met Folketing, Storting (Noorwegen), Landsting (de vroegere Deense Eerste Ka-