Variëteit en variété
Als u dat wilt, kunt u uw woorden best op een gouden schaaltje wegen, maar de aanschaf daarvan is duur en de nauwkeurigheid is er niet mee gediend. Daarvoor is een goudschaaltje nodig, waarop je ook goud weegt, omdat ieder gram geld waard is. Toch werken de massamedia graag met dat schaaltje van edel metaal. Je zoudt bijna zeggen dat dit een voorbeeld is van de wijze waarop, mèt de taal als geheel, ook de beeldspraak verandert. Gelukkig is hier geen sprake van echte ontwikkeling, maar van verkeerd taalgebruik door onkunde. Niettemin blijft oppassen de boodschap. Zou het verschijnsel zich handhaven, dan komen we te zitten met een beeldspraaksysteem waarin de logica ver te zoeken is, zoals bij dat gouden schaaltje.
Want de media blijven vreemde dingen doen, in en buiten de beeldspraak: ‘Hij is tegen de mand gelopen’ - dus niet door de lamp gevallen -; ‘het feest liep in het water’ - dus viel niet in het honderd of in de soep -; ‘hertog Alva’ - zoals graaf Holland, tsaar Rusland enz.
Voor enige discussie vatbaar is misschien: ‘... of je nu door de kat of door de hond gebeten wordt...’ naast het, ongetwijfeld oorspronkelijke, ‘... of je nu door (van) de kat of de kater gebeten wordt...’ Maar toch, de zegswijze bedoelt aan te geven, dat er geen verschil van enige betekenis is tussen katte- en hondebeet, en een grote hond kan er wat van! Daarom houd ik het op de kat en de kater.
We weten, dat men in sommige feministische kringen ook een taalkundige emancipatie voorstaat, dat men b.v. vrouwelijke beroepsnamen of persoonlijkheidsaanduidingen die van de mannelijke vormen zijn afgeleid, discriminerend acht. Maar ook in die kringen zal men zich ervan bewust zijn, dat het niet altijd gemakkelijk is na te gaan, of men met een afleiding dan wel met een zelfstandige vrouwelijke vorm te doen heeft. Om maar een greep te doen: de man is spreker, onderwijzer, leraar, scharrelaar, herbergier; de vrouw is spreekster, onderwijzeres, lerares, scharrelaarster, herbergierster. Welke van die vrouwelijke vormen zijn afgeleid van de mannelijke grondvorm, welke zijn zelfstandig?
Leraar is een afleiding van een werkwoord door het suffix -aar; lerares is een afleiding van leraar, dus een zelfstandig naamwoord, door het suffix -es. Hier kan men dus inderdaad van de tweede trap van de raket spreken, want lerares is een afleiding van een (mannelijke) afleiding. Maar waarom moet chauffeuse, waartegen een taalkundige feministe in een dagbladinterview bezwaar maakte, als ondergeschikt aan chauffeur worden beschouwd? Zijn dat geen gelijkwaardige termen ter aanduiding van beroep of (tijdelijke) functie èn sekse? En geldt niet hetzelfde voor -er en -ster: spreker-spreekster, werknemer-werkneemster, schrijver-schrijfster?
Maar met dat achtervoegsel -ster is wel iets anders aan de hand. Het kan, zoals in de gegeven voorbeelden, zelfstandig zijn werk doen; het kan ook, zoals de -es in lerares, als tweede trap fungeren: scharrelaar-scharrelaarster, herbergier-herbergierster. Met hetzelfde taalkundige verschil: schrijfster is een afleiding van het werkwoord schrijven, herbergierster een afleiding van het zelfstandige naamwoord herbergier.
Dat -ster wordt nog interessanter als we naar de ontwikkeling in het Engels kijken. De Oxford Dictionary leert ons, dat -ster in het Oud-Engels alleen een vrouwelijke functie had, die later is verdwenen, zodat het als vrouwelijk suffix niet meer bestaat, maar wel als soms geslachtsloos en dikwijls mannelijk achtervoegsel gebruikt wordt. Zodat we de situatie krijgen, dat de zangeres geen singster is maar een singer (zij het zo nodig een lady-singer), en de bereisde man (of in het Amerikaans: de zwerver) geen roader, maar een roadster. Zo ook de gang - ster de brewster, de gamester (gokker) en de punster (die niet kan ophouden met woordspelingen). Van de songster (zanger) wordt zelfs de vrouwelijke vorm songstress gemaakt.